VERLICHTING
||
N.B.
Deze reeks automatische knipperingen is
•
te onderbreken door de stuurhendel
onmiddellijk in tegengestelde richting te
bewegen.
Als het richtingaanwijzersymbool op het
•
bestuurdersdisplay sneller knippert dan
normaal – zie de melding op het bestuur-
dersdisplay.
Onafgebroken serie knippersignalen
Haal de stuurhendel omhoog of omlaag naar
de eindstand.
De hendel blijft in deze stand staan en is hand-
matig in de uitgangspositie terug te zetten of
veert automatisch terug bij het terugdraaien van
het stuurwiel.
Gerelateerde informatie
Alarmlichten (p. 149)
•
Verlichtingsfuncties aanpassen via het mid-
•
dendisplay (p. 141)
Richtingaanwijzerlamp achter vervangen
•
(p. 591)
Lichtdiode (Light Emitting Diode)
3
146
Actieve bochtverlichting*
Actieve bochtverlichting is ontworpen om in
bochten en op kruisingen voor maximale verlich-
3
ting te zorgen. Een auto met led
kan afhankelijk van het uitrustingsniveau van de
auto zijn uitgerust met actieve bochtverlichting.
Lichtbundel bij gedeactiveerde (links) en geactiveerde
(rechts) functie.
De actieve bochtverlichting volgt de stuurbewe-
gingen om voor een optimale verlichting in boch-
ten en op kruisingen te zorgen en kan op die
manier mogelijk uw zicht verbeteren.
De functie wordt automatisch ingeschakeld bij
het starten van de motor. Wanneer de functie
een storing vertoont, brandt het symbool
op het middendisplay en verschijnt op hetzelfde
middendisplay een verklarende tekst.
De functie is alleen actief bij een zwakke verlich-
ting overdag of in het donker en alleen, wanneer
de auto rijdt of het dimlicht is ontstoken.
-koplampen*
Functie deactiveren/activeren
U kunt de functie die bij aflevering vanuit de
fabriek geactiveerd is via het functiescherm op
het middendisplay deactiveren/activeren:
Gerelateerde informatie
Verlichtingsfuncties aanpassen via het mid-
•
dendisplay (p. 141)
Mistlampen voor/bochtverlichting* (p. 147)
•
Druk op de knop
Actieve
bochtverlichting
.
* Optie/accessoire.