KLIMAAT
Airconditioning activeren en
deactiveren
De airconditioning koelt en droogt zo nodig de
binnenkomende lucht.
Bij een actieve airconditioning bepaalt de kli-
maatregeling op basis van de behoefte automa-
tisch de tijdstippen voor in- en uitschakeling.
1. Open het klimaatscherm op het middendis-
play door op het symbool in het midden van
het klimaatveld te tikken.
2. Tik op
AC
.
> De airconditioning wordt geactiveerd/
gedeactiveerd en de knop gaat branden/
dooft.
N.B.
Sluit alle zijruiten en het panoramadak* voor
optimale werking van de airconditioning.
212
N.B.
Het is niet mogelijk de airconditioning te acti-
veren, wanneer de ventilatorknop in stand
staat.
Gerelateerde informatie
Klimaatregelingsbediening (p. 199)
•
Parkeerklimaat*
Parkeerklimaat is een verzamelnaam voor ver-
schillende functies die het klimaat in de passa-
Off
giersruimte van een geparkeerde auto verbete-
ren, waaronder de preconditioning.
Functies die tot het parkeerklimaat
behoren zijn te regelen via tabblad
Parkeerklimaat
op het middendisplay. Het klimaat-
scherm is te openen door op het symbool in het
midden van het klimaatveld te tikken.
Gerelateerde informatie
Klimaatregeling (p. 188)
•
Preconditioning* (p. 213)
•
Klimaatcomfort bij parkeren* (p. 217)
•
Symbolen en meldingen voor parkeerklimaat*
•
(p. 219)
op het klimaatscherm
* Optie/accessoire.