KLIMAAT
Automatische klimaatregeling
6
activeren
Bij automatische klimaatregeling worden meer-
dere klimaatfuncties automatisch geregeld.
1. Open het klimaatscherm op het middendis-
play door op het symbool in het midden van
het klimaatveld te tikken.
2. Druk kort of lang op
AUTO Klimaat
Kort drukken - de luchtrecirculatie, aircon-
•
ditioning en luchtverdeling worden auto-
matisch geregeld.
Lang drukken - de luchtrecirculatie, air-
•
conditioning en luchtverdeling worden
automatisch geregeld, de temperatuur en
het ventilatorniveau worden gewijzigd in
de standaardinstellingen: 22 °C (72 °F)
en niveau
3
.
> De automatische klimaatregeling wordt
geactiveerd en de knop gaat branden.
Niet beschikbaar bij handmatige klimaatregeling.
6
204
N.B.
Het is mogelijk om de temperatuur en de
ventilatorstand te wijzigen zonder deactivering
van de automatische klimaatregeling. De
automatische klimaatregeling wordt gedeacti-
veerd wanneer de luchtverdeling handmatig
wordt gewijzigd of wanneer max. ontwase-
ming wordt geactiveerd.
Gerelateerde informatie
Klimaatregelingsbediening (p. 199)
•
/>
Luchtrecirculatie activeren en
deactiveren
De luchtrecirculatie houdt vieze lucht, uitlaatgas-
sen en dergelijke buiten door recirculatie van de
lucht in het interieur.
1. Open het klimaatscherm op het middendis-
play door op het symbool in het midden van
het klimaatveld te tikken.
2. Tik op
Recirc.
.
> De luchtrecirculatie wordt geactiveerd/
gedeactiveerd en de knop gaat branden/
dooft.
BELANGRIJK
Als de lucht in de auto te lang recirculeert,
beslaat mogelijk de binnenzijde van de ruiten.