Riproduzione di un
nastro con effetti digitali
Durante la riproduzione si può trattare una scena
usando le funzioni di effetto digitale: STILL, FLASH,
LUMI. e TRAIL.
(1) Durante la riproduzione, premere DIGITAL
EFFECT e girare la manopola SEL/PUSH EXEC
fino a che lampeggia l'indicatore dell'effetto
digitale desiderato (STILL, FLASH, LUMI. o
TRAIL).
(2) Premere la manopola SEL/PUSH EXEC.
L'indicatore di effetto digitale si illumina e
appaiono le barre. Nel modo STILL o LUMI.,
l'immagine del momento in cui si è premuta la
manopola SEL/PUSH EXEC viene memorizzata
come immagine ferma.
(3) Girare la manopola SEL/PUSH EXEC per
regolare l'effetto.
Per dettagli su ciascuna funzione di effetto
digitale, vedere pagina 46.
1
DIGITAL EFFECT
STILL
Per disattivare la funzione di effetto
digitale
Premere DIGITAL EFFECT.
Note
• La funzione di effetto digitale agisce solo per nastri
registrati con il sistema Digital8
• Non è possibile trattare scene in ingresso da
apparecchi esterni usando la funzione di effetto
digitale.
• Non è possibile registrare immagini trattate con la
funzione di effetto digitale usando questa
videocamera. Per registrare immagini trattate con
la funzione di effetto digitale, registrare le
immagini sul videoregistratore usando la
videocamera come lettore.
Immagini trattate con la funzione di effetto
digitale
Le immagini trattate con la funzione di effetto
digitale non sono emesse tramite la presa DV OUT.
Quando si sposta l'interruttore POWER su OFF
(CHARGE) o si interrompe la riproduzione
La funzione di effetto digitale viene disattivata
automaticamente.
Videoweergave met
digitale beeldeffecten
Tijdens het afspelen kunt u de weergegeven
videobeelden verwerken met de digitale beeldeffect-
functies: "STILL" voor dubbelbeeld-weergave,
"FLASH" voor interval-weergave, "LUMI." voor
helderheidssleutel-weergave en "TRAIL" voor nabeeld-
weergave.
(1) Druk tijdens weergave op de DIGITAL EFFECT
(2) Druk de SEL/PUSH EXEC regelknop in.
(3) Draai aan de SEL/PUSH EXEC regelknop om het
Uitschakelen van de digitale
beeldeffecten
Druk op de DIGITAL EFFECT toets.
Opmerkingen
• De digitale beeldeffect-functies werken alleen voor
.
videocassettes die zijn opgenomen met het Digital8
systeem.
• U kunt de digitale beeldeffecten niet toepassen op
inkomende beelden van een videorecorder of TV-
toestel.
• De met digitale beeldeffecten aangepaste beelden kunt
u niet opnieuw opnemen met deze camcorder. Om de
beelden met digitale beeldeffecten op te nemen, sluit u
een videorecorder aan en neemt u de beelden daarmee
op, terwijl u ze afspeelt op uw camcorder.
Weergave van beelden met digitale beeldeffecten
De beelden die zijn aangepast met digitale beeldeffecten
worden niet uitgestuurd via de DV OUT aansluiting.
Wanneer u de POWER schakelaar op "OFF (CHARGE)"
zet of stopt met afspelen
De digitale beeldeffect-functies worden dan automatisch
uitgeschakeld.
toets en draai aan de SEL/PUSH EXEC regelknop
tot de gewenste beeldeffect-aanduiding (STILL,
FLASH, LUMI. of TRAIL) gaat knipperen.
De beeldeffect-aanduiding blijft nu branden en er
verschijnen enkele instelbalkjes in beeld. Bij de
"STILL" en "LUMI." functies wordt het beeld
waarbij u de SEL/PUSH EXEC regelknop indrukt,
als stilstaand beeld in het geheugen vastgelegd.
digitale beeldeffect naar wens bij te regelen.
Zie voor een beschrijving van de digitale beeldeffect-
functies blz. 46.
2
3
STILL
59