Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Noodontgrendeling; Verzorging En Onderhoud; Centrifuge (Behuizing, Deksel En Centrifugeruimte); Oppervlaktereiniging En -Onderhoud - Hettich EBA 270 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EBA 270:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

NL
16

Noodontgrendeling

Bij een stroomuitval kan het deksel niet worden geopend. Er moet een manuele noodontgrendeling worden
uitgevoerd.
Voor de noodontgrendeling de centrifuge loskoppelen van het net.
Het deksel alleen bij stilstand van de rotor openen.
Voor de noodvergrendeling mag alleen de bijgeleverde ontgrendelingsstift van kusntstof worden gebruikt.
Zie afbeelding op pagina 2.

De spanningschakelaar uitschakelen (schakelaarstand "0").

Kijk door het venster in de deksel om er zeker van te zijn dat de rotor stilstaat.

De ontgrendelpen horizontaal in het boorgat (Fig. 1, A) steken. De ontgrendelpen zover inschuiven, tot bij het
naar beneden drukken van de pen het deksel geopend kan worden.

Het deksel openen.
17

Verzorging en onderhoud

Het apparaat kan gecontamineerd zijn.
Voor de reiniging de netstekker uittrekken.
Voordat een andere als de door de fabrikant aanbevolen reinigings- of decontaminatiemethode wordt
toegepast, moet de gebruiker er zich bij de fabrikant van verzekeren, dat de voorziene methode het
apparaat niet beschadigt.

Centrifuges, rotoren en accessoires mogen niet in vaatwasmachines worden gereinigd.

Er mag alleen een handmatige reiniging en een vloeibare desinfectie worden uitgevoerd.

De watertemperatuur moet 20 – 25°C bedragen.

Er mogen alleen reinigings- of desinfecteermiddelen worden gebruikt, die:
 binnen een pH-bereik van 5 - 8 liggen,
 geen bijtende logen, peroxiden, chloorverbindingen, zuren en logen bevatten.

Om corrosieverschijnselen door reinigings- of desinfectiemiddelen te vermijden moeten de speciale
toepassingsvoorschriften van de fabrikant van het reinigings- of desinfectiemiddel absoluut in acht worden
genomen.
17.1

Centrifuge (behuizing, deksel en centrifugeruimte)

17.1.1

Oppervlaktereiniging en -onderhoud


De behuizing van de centrifuge en de centrifugeruimte regelmatig reinigen en zo nodig met zeep of een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek reinigen. Dit dient enerzijds voor de hygiëne en het verhindert corrosie
door aanhechtende onzuiverheden.

Bestanddelen van geschikte reinigingsmiddelen:
zeep, anionische oppervlakteactieve stoffen, niet-ionische oppervlakteactieve stoffen.

Na het gebruik van reinigingsmiddelen moeten de resten van het reinigingsmiddel worden verwijderd door na te
vegen met een vochtige doek.

De oppervlakken moeten onmiddellijk na de reiniging worden gedroogd.

Bij vorming van condenswater de centrifugeruimte drogen door deze uit te vegen met een absorberende doek.

De rubberdichting van de centrifugeruimte na elke reiniging licht inwrijven met talkpoeder of een rubber-
onderhoudsmiddel.

De centrifugeruimte moet jaarlijks worden gecontroleerd op beschadigingen.
Als er veiligheidsrelevante beschadigingen worden vastgesteld, dan mag de centrifuge niet meer in gebruik
worden genomen. In dit geval moet de klantendienst worden geïnformeerd.
17.1.2

Oppervlaktedesinfectie


Komt er infectueus materiaal in de centrifugeruimte terecht, dan moet deze onmiddellijk worden gedesinfecteerd.

Bestanddelen van geschikte desinfecteermiddelen:
ethanol, n-propanol, ethylhexanol, anionische oppervlakteactieve stoffen, corrosieremmers.

Na het gebruik van desinfecteermiddelen moeten de resten van het desinfecteermiddel worden verwijderd door
na te vegen met een vochtige doek.

De oppervlakken moeten onmiddellijk na de desinfectie worden gedroogd.
18/66

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave