10
Beladen van de rotor
Standaard centrifugebuizen van glas zijn niet bestand tegen g-waarden hoger dan 4000 (DIN 58970,
pagina 2).
De rotor controleren op vaste passing.
Bij vrijzwaaiende rotoren moeten alle rotorplaatsen van dezelfde ophangingen voorzien zijn.
De rotoren en ophangingen mogen uitsluitend symmetrisch worden beladen. De centrifugeertanks moeten
gelijkmatig over alle plaatsen van de rotor worden verdeeld. Toegelaten combinaties zie hoofdstuk
"Anhang/Appendix, Rotoren und Zubehör/Rotors and accessories".
Rotor is gelijkmatig beladen
De centrifugeerbuizen mogen alleen buiten de centrifuge worden gevuld.
De door de fabrikant aangegeven maximale vulhoeveelheid van de centrifugeervaten mag niet worden
overschreden.
Bij het laden van de ophangingen en bij het vrijzwaaien van de ophangingen tijdens het centrifugeerproces mag
er geen vloeistof in de ophangingen en in de centrifugeruimte terechtkomen.
Om de gewichtsverschillen binnen de centrifugeerbuizen zo gering mogelijk te houden, moet op een gelijkmatige
vulhoogte in de buizen worden gelet.
Op elke rotor is het gewicht van de toegestane vulhoeveelheid aangegeven. Dit gewicht mag niet worden
overschreden.
11
Bedienings- en weergave-elementen
Zie afbeelding op pagina 2.
Fig. 1:
Weergave- en bedieningsveld
11.1
Symbool van de button
Rotatiedisplay. De rotatieaanduiding brandt roterend tegen de wijzers van de klok in, zolang de rotor draait.
Bij stilstand van de rotor wordt in de rotatiedisplay door symbolen de toestand van het deksel getoond:
Symbool
: Deksel geopend
Symbool
: Deksel gesloten
Bedienfouten en optredende storingen worden in de display getoond (zie Hoofdstuk "Storingen").
11.2
Toetsen en instelmogelijkheden
Toerental
RPM x 100
Een getallenwaarde van 500 RPM tot het maximale toerental van de rotor kan worden ingesteld.
Maximaal toerental van de rotor zie hoofdstuk "Bijlage/appendix, rotors en accessoires/rotors and
accessories". Instelbaar in 100e stappen (RPM = getoonde waarde x 100).
Bij ingedrukt houden van de toets
De remfase tonen.
Looptijd
t
- Instelbaar van 1 - 99 minuten, in 1 minuten-stappen
- Continuloop "--"
Remfases 0 of 1. Fase 1 = korte uitlooptijd, Fase 0 = lange uitlooptijd.
Bij ingedrukt houden van de toets
Niet toegestaan!
Rotor is ongelijkmatig beladen
of
verandert de waarde met toenemende snelheid.
of
verandert de waarde met toenemende snelheid.
NL
15/66