Beveiliging
8 / 42
GEVAAR
Brand- en explosiegevaar door gevaarlijke stoffen in mon-
sters.
−
Neem de relevante voorschriften en richtlijnen voor de
omgang met chemicaliën en gevaarlijke stoffen in acht.
−
Gebruik geen agressieve chemicaliën (bijvoorbeeld:
gevaarlijke, bijtende extractiemiddelen zoals chloroform,
sterke zuren).
WAARSCHUWING
Gevaren door onvoldoende of achterstallig onderhoud.
−
Houd u aan de onderhoudsintervallen.
−
Controleer het apparaat op zichtbare schade of
defecten.
Stel bij zichtbare schade of defecten het apparaat buiten
bedrijf en waarschuw een servicemonteur.
WAARSCHUWING
Gevaar van elektrische schokken door het binnendringen
van water of andere vloeistoffen.
−
Bescherm het apparaat tegen vloeistoffen die van bui-
tenaf komen.
−
Mors geen vloeistoffen in het apparaat.
−
Voer transport uit met de originele transportverpakking.
WAARSCHUWING
Verontreiniging met gevaarlijke stoffen en stofmengsels!
Tref bij stoffen en mengsels van stoffen die giftig of radio-
actief zijn en/of besmet zijn met ziekteverwekkende micro-
organismen de volgende voorzorgsmaatregelen:
−
Gebruik voor gevaarlijke stoffen altijd alleen centrifuge-
buizen met speciale schroefdoppen.
−
Gebruik voor materialen uit de risicogroepen 3 en 4
afsluitbare centrifugebuizen met bio-veiligheidssysteem.
−
Zonder gebruik van een bio-veiligheidssysteem is het
apparaat volgens de norm EN / IEC 61010-2-020 niet
microbiologisch dicht.
−
Neem indien nodig contact op met de fabrikant.
WAARSCHUWING
Gevaar van letsel en schade aan het apparaat door een
losse rotor.
−
Bij het monteren van de rotor moet de meenemer van
de rotoras correct in de groef van de rotor zitten.
−
Draai de moer voor bevestiging van de rotor handvast
aan.
−
Controleer of de rotor stevig vastzit.
−
Houd u aan de onderhoudsintervallen.
Rev.: 14 / 11.2023
AB2200nl