Inbedrijfstelling
I
5
Inbedrijfstelling met het programmeerapparaat FBG11B
0 0
5.3.1
Benodigde data
5.3.2
Inbedrijfstelling activeren
5.3.3
Bedijfssoort V/f
5.3.4
Bedrijfssoort VFC
18
Voor een succesvolle inbedrijfstelling zijn de volgende data nodig:
•
Motortype (SEW-motor of motor van ander fabrikaat)
•
Motorgegevens
– nominale spanning en frequentie
– bovendien bij niet-SEW-motoren: nominale stroom, nominaal vermogen, vermo-
gensfactor cos φ en nominaal toerental
•
Nominale netspanning
Voorwaarden:
•
Aandrijving "Geen vrijgave": Stop
Als een kleinere of grotere motor wordt aangesloten (maximaal één typenummer ver-
schil), moet u de waarde selecteren die het dichtst bij het nominale motorvermogen
komt.
De inbedrijfstelling is pas voltooid als u met de OUT-toets naar het niveau van het hoofd-
menu terugkeert.
De inbedrijfstelling kan alleen met motorparameterset 1 worden uitgevoerd.
AANWIJZING
De inbedrijfstelling van de SEW-motor is ontworpen voor 4-polige motoren. Het kan
zinvol zijn om 2-polige of 6-polige SEW-motoren als niet-SEW-motor in bedrijf te
stellen.
De standaardinstelling voor de bedrijfssoort is V/f. Gebruik deze bedrijfssoort als u geen
speciale vereisten voor de toerentalkwaliteit heeft, en bij toepassingen die een maxi-
male uitgangsfrequentie van meer dan 150 Hz vereisen.
U moet de regelaar in de bedrijfssoort VFC of VFC en gelijkstroomremmen in bedrijf
stellen voor:
•
hoog koppel
•
continubedrijf bij lage frequenties
•
nauwkeurige slipcompensatie
•
dynamischer gedrag
Hiervoor moet u bij de inbedrijfstelling onder het punt P01 de bedrijfssoort VFC of VFC
& gelijkstroomremmen selecteren.
Compacte technische handleiding – MOVITRAC
®
B