5
Inbedrijfstelling
5.1
Korte beschrijving inbedrijfstelling in fabrieksinstelling
De frequentieregelaar MOVITRAC
mogen worden aangesloten. Bijvoorbeeld: een motor met een vermogen van 1,5 kW
(2.0 HP) kan rechtstreeks op een MC07B0015 worden aangesloten.
5.1.1
Procedure
1. Sluit de motor aan op de MOVITRAC
2. Sluit optioneel een remweerstand aan (klem X2/X3).
3. De volgende signaalklemmen moeten door uw besturingssysteem worden aangestuurd:
4. U kunt optioneel de volgende signaalklemmen aansluiten:
5. Controleer de besturing op de gewenste functionaliteit.
6. Sluit de frequentieregelaar aan op de netspanning (X1).
5.1.2
Aanwijzingen
De functies van de signaalklemmen en de setpoint-instellingen kunnen met behulp van
het programmeerapparaat FBG11B of een pc worden gewijzigd. Voor de aansluiting
van een pc zijn de frontoptie FSC11B en een van de volgende interface-omvormers
nodig: UWS21B/UWS11A/USB11A.
Compacte technische handleiding – MOVITRAC
Korte beschrijving inbedrijfstelling in fabrieksinstelling
•
Vrijgave DIØ3
•
Naar keuze Rechts/stop DIØ1 of Links/stop DIØ2
•
Setpoint:
•
Analoge ingang (X10) en/of
•
DIØ4 = n11 = 150 rpm of/en
•
DIØ5 = n12 = 750 rpm en/of
•
DIØ4 + DIØ5 = n13 = 1500 rpm
•
Bij een remmotor:
DOØ2 = remaansturing via remgelijkrichter
•
DIØØ = foutreset
•
DOØ1 = /Storing (uitgevoerd als relaiscontact)
•
DOØ3 = bedrijfsklaar
®
B
Inbedrijfstelling
®
B kan rechtstreeks op een motor met hetzelfde ver-
®
B (klem X2).
I
5
0 0
15