Service en foutcodes
7
Foutcodes
7.3
Foutcodes
40
Foutmelding
Toelichting
"P-dEF"
De af fabriek ingestelde
parameters zijn geladen.
"O-I"
Overstroom op de uitgang van
de regelaar naar de motor.
Overbelasting aan de motor.
Overtemperatuur in het koelli-
chaam van de regelaar.
"I.t-trP"
Fout wegens overbelasting van
de regelaar. Treedt op als de
regelaar gedurende een bepaalde
periode meer dan 100 % van de
nominale stroom (vastgelegd in
P-08) heeft geleverd. Het display
knippert om de overbelasting
weer te geven.
"OI-b"
Overstroom remkanaal.
Overstroom in het
remweerstandscircuit.
"OL-br"
Remweerstand overbelast
"PS-trP"
Interne eindtrapfout
"O.Uolt"
Overspanning tussenkring
Oplossing
Druk de <Stop>-toets in. De regelaar kan nu voor
de gewenste toepassing geconfigureerd worden.
Fout tijdens constant toerental:
•
Overbelasting of storing controleren
Fout bij de vrijgave van de aandrijving:
•
Controleren of de motor kantelt of blokkeert.
•
Controleren op schakelingsfout van de motor:
ster-driehoek.
•
Controleren of de kabellengte overeenkomt met
voorschriften.
Fout tijdens bedrijf:
•
Controleren op plotselinge overbelasting of
storingen.
•
Kabelverbinding tussen regelaar en motor
controleren.
•
De acceleratie-/deceleratietijd is eventueel te
kort en vereist te veel vermogen. Als P-03 of
P-04 niet vergroot kan worden, moet u een
grotere regelaar gebruiken.
•
Acceleratie-intergator vergroten (P-03) of
belasting van de motor verkleinen.
•
Controleren of de kabellengte overeenkomt met
voorschriften
•
Belasting mechanisch controleren om ervoor
te zorgen dat deze soepel kan bewegen en dat
er geen blokkeringen of andere mechanische
storingen aanwezig zijn.
•
Kabel naar remweerstand controleren.
•
Remweerstandswaarde controleren.
•
De min. weerstandswaarden in de nominale
tabellen in acht nemen.
•
Deceleratietijd verhogen, massatraagheid van
de belasting verlagen of andere remweer-
standen parallel schakelen.
•
De min. weerstandswaarden in de nominale
tabellen in acht nemen.
Fout bij de vrijgave van de aandrijving:
•
Controleren op bedradingsfout of kortsluiting
•
Controleren op kortsluiting tussen de fasen of
aardsluiting.
Fout tijdens bedrijf:
•
Controleren op plotselinge overbelasting of te
hoge temperatuur
•
Indien nodig, voor extra ruimte of koeling
zorgen
•
Controleren of de voedingsspanning te hoog of
te laag is
•
Als de fout bij het vertragen optreedt, moet de
deceleratietijd in P-04 vergroot worden.
•
Indien nodig, een remweerstand aansluiten.
•
Als er reeds een remweerstand is ingebouwd,
moet u ervoor zorgen dat P-34 op 1 of 2 is
ingesteld.
Technische handleiding – MOVITRAC
®
LTE-B