Hoofdstuk 8
De kopieerkwaliteit wijzigen
1.
Zorg dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de rechterbenedenhoek
van de glasplaat of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoerlade.
Als u de documentinvoerlade gebruikt, plaatst u de pagina's zodanig dat de
bovenkant van het document als eerste wordt ingevoerd.
3.
Druk in het gebied Kopiëren op Kwaliteit totdat de gewenste kwaliteitsinstelling wordt
verlicht.
4.
Druk op Start kopiëren, Zwart of Start kopiëren, Kleur.
De standaardkopieerinstellingen wijzigen
Als u de kopieerinstellingen op het bedieningspaneel wijzigt, zijn de instellingen alleen
van toepassing op de huidige kopieertaak. Om gewijzigde kopieerinstellingen voor alle
toekomstige kopieertaken te laten gelden, slaat u de instellingen op als
standaardinstellingen.
Standaardkopieerinstellingen vanaf het bedieningspaneel instellen
1.
Breng de gewenste wijzigingen in de kopieerinstellingen aan.
2.
Druk in het gebied Kopiëren meerdere malen op Menu totdat Nwe stand. inst. wordt
weergegeven.
3.
Houd
Opmerking
opgeslagen. De instellingen van de software worden niet aangepast. U kunt de
instellingen die u het meest gebruikt, opslaan met behulp van de software die u op
de HP All-in-One hebt geïnstalleerd.
Een kopie zonder rand van 10 x 15 cm (4 x 6 inch) maken
van een foto
Voor een goede kwaliteit bij het kopiëren van foto's, plaatst u fotopapier in de invoerlade
en selecteert u de kopieerinstellingen voor de juiste papiersoort en voor de verbetering
van de foto. Voor de allerbeste afdrukkwaliteit kunt u ook de fotoprintcartridge gebruiken.
Als de driekleuren- en de fotoprintcartridge zijn geïnstalleerd, hebt u een afdruksysteem
met zes inkten.
78
De kopieerfuncties gebruiken
ingedrukt tot Ja verschijnt.
De instellingen die u hier selecteert, worden alleen op de HP All-in-One