•
•
IT-stelsels
•
Magneetschake-
•
laar
Doorsneden
•
Kabellengten
De kabellengten zijn voor bouwgrootte 0 niet afhankelijk van de PWM-frequentie. Bij de
voor afzonder-
bouwgrootten 1 tot 4 zijn de lengten van de motorkabels frequentieafhankelijk. De toe-
lijke aandrijvin-
laatbare lengten van de motorkabels worden in het hoofdstuk "Projectconfiguratie" van
gen
het systeemhandboek MOVITRAC
Regelaaruitgang
•
Aansluiting rem-
•
weerstand
Binaire ingangen /
•
binaire uitgangen
Storingsemissie
•
Geschakelde
•
inductiviteiten
•
Netfilter
Bij de frequentieregelaars MOVITRAC
Zonder extra maatregelen voldoen deze aan de netzijde aan de volgende grenswaar-
deklasse volgens EN55011:
•
•
Er zijn geen EMC-grenswaarden gespecificeerd voor de storingsemissie bij stroomstel-
sels zonder geaard sterpunt (IT-stelsels). De effectiviteit van netfilters is sterk beperkt.
Technische handleiding – MOVITRAC® 07
Besturings- en vermogenskabels moeten elkaar indien mogelijk haaks kruisen.
U kunt ook geaarde stalen kabelgoten of metalen buizen gebruiken voor de afscher-
ming van de leidingen.
SEW adviseert om bij elektriciteitsnetten met een niet-geaard sterpunt (IT-stelsels)
isolatiebewakingsrelais met pulscodemeetmethode toe te passen. Zo wordt
voorkomen dat het isolatiebewakingsrelais door de aardcapaciteiten van de regelaar
ten onrechte wordt geactiveerd.
Pas alleen magneetschakelaars van de gebruikscategorie AC-3 (IEC158-1) toe.
Voedingskabel: doorsnede overeenkomstig nominale ingangsstroom I
nominale belasting.
Motorkabel: doorsnede overeenkomstig nominale uitgangsstroom I
Elektronicaleidingen: maximaal 1,5 mm
maximaal 1,0 mm
Alleen ohmse/inductieve belasting (motor) aansluiten, geen capacitieve belasting!
Kort de leidingen in tot de noodzakelijke lengte.
Binaire uitgangen zijn kortsluitvast en bestand tegen externe spanningen tot
35 V. Door hogere externe spanning kunnen ze defect raken!
Gebruik voor installaties conform de EMC-normen afgeschermde motorkabels of
ferrietkernen HD.
Gebruik beveiligingsschakelingen om magneetkleppen, relais, magneetventielen
e.d. te ontstoren.
De afstand tot de regelaar moet minimaal 150 mm bedragen.
B: 1-fasige aansluiting
A: 3-fasige aansluiting
– 230 V: tot 7,5 kW
– 400/500 V: tot 11 kW
Installatie
Installatievoorschriften
2
(AWG16) zonder adereindhulzen
2
(AWG17) met adereindhulzen.
®
07 vermeld.
®
07 is standaard een netfilter ingebouwd.
4
bij
net
.
nom
15