n
kVA
Inbedrijfstelling
5
f
Korte beschrijving van de inbedrijfstelling
i
P
Hz
5
Inbedrijfstelling
5.1
Korte beschrijving van de inbedrijfstelling
5.1.1
Procedure
5.1.2
Aanwijzingen
44
De frequentieregelaar MOVITRAC
mogen worden aangesloten. Bijvoorbeeld: een motor met een vermogen van 1,5 kW
(2.0 HP) kan rechtstreeks op een MC07B0015 worden aangesloten.
1. Sluit de motor aan op de MOVITRAC
(klem X2).
2. Sluit optioneel een remweerstand aan
(klem X2/X3).
3. De volgende signaalklemmen moeten
door uw besturingssysteem worden aan-
gestuurd:
•
Vrijgave DIØ83
•
Naar keuze Rechts/stop DIØ81 of
Links/stop DIØ82
•
Setpoint:
•
Analoge ingang (X10) en/of
•
DIØ4 = n11 = 150 rpm en/of
•
DIØ5 = n12 = 750 rpm en/of
•
DIØ4 + DIØ5 = n13 = 1500 rpm
•
Bij een remmotor:
DO82 = remaansturing via rem-
gelijkrichter
4. U kunt optioneel de volgende sig-
naalklemmen aansluiten:
•
DIØØ = foutreset
•
DOØ1 = /storing (uitgevoerd als
relaiscontact)
•
DOØ3 = bedrijfsgereed
5. Controleer de besturing op de gewenste
functionaliteit.
6. Sluit de frequentieregelaar aan op de
netspanning (X1).
De functies van de signaalklemmen en de setpoint-instellingen kunnen gewijzigd
worden via het programmeerapparaat FBG11B of via een pc. Voor de aansluiting van
een pc zijn de frontoptie FSC11B en een van de volgende interface-omvormers nodig:
UWS21B / UWS11A / USB11A.
®
B kan rechtstreeks op een motor met hetzelfde ver-
®
B
3-fasig
Omschakeling
I-signaal ↔ U-signaal*
Referentiepotentiaal analoge signalen
n13 = n11 + n12
Voedingsspanning voor TF/TH
Referentiepotentiaal binaire signalen
Relais contact/fault*
Maakcontact relais
Verbreekcontact relais
X2
X3
Technische handleiding V3 – MOVITRAC
1-fasig
PE
REF1
GND
Fault reset*
CW/stop
CCW/stop*
Enable/stop*
+24V-ingang/-uitgang
24VIO
Referentiepotentiaal
Brake released*
Ready*
Referentiepotentiaal
PE
= Schermklem
= Fabrieksinstelling
M
3-fasig
®
B