n
kVA
Installatie
4
f
Installatie van de optionele vermogenscomponenten
i
P
Hz
4.3.4
Uitgangsfilter HF
22
AANWIJZING
•
Uitgangsfilter naast de bijbehorende regelaar inbouwen. Onder en boven het uit-
gangsfilter een vrije ventilatieruimte aanhouden van minstens 100 mm (3.94 in);
aan de zijkanten is geen vrije ruimte nodig.
•
Beperk de kabel tussen de regelaar en het uitgangsfilter tot de minimaal benodigde
lengte. Maximaal 1 m (3 ft) bij niet-afgeschermde leiding en 10 m (33 ft) bij afge-
schermde leiding.
•
Bij bedrijf van een groep motoren aan een regelaar kunnen meerdere motoren
samen op een uitgangsfilter worden aangesloten. De som van de nominale motor-
stromen mag de nominale doorgangsstroom van het uitgangsfilter niet over-
schrijden.
•
De parallelschakeling van twee gelijke uitgangsfilters aan de uitgang van één rege-
laar voor de verdubbeling van de nominale doorgangsstroom is toegestaan. Sluit bij
de uitgangsfilters dan de gelijknamige aansluitingen parallel aan.
•
Als de regelaar gebruikt wordt met f
uitgangsfilter (bij HF..-503) of 7 (bij HF..-403) niet worden aangesloten.
•
Bij apparaten van bouwgrootte 0XS mag geen U
gebracht.
Aansluiting uitgangsfilter HF zonder U
B
X1
X2/3
+R
Aansluiting uitgangsfilter HF met U
B
X2/3
X1
+R
= 4 of 8 kHz, mag aansluiting V5 van het
PWM
-koppeling tot stand worden
Z
-koppeling (PWM-frequentie slechts 4 of 8 kHz)
Z
-koppeling (PWM-frequentie slechts 12 of 16 kHz)
Z
Technische handleiding V3 – MOVITRAC
®
B