Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HP DesignJet XL 3800 Printer Series Gebruikershandleiding pagina 68

Inhoudsopgave

Advertenties

2.
Ga op het bedieningspaneel naar de startpagina en tik op het pictogram
3.
Selecteer Afdrukken vanaf USB. U kunt op mappen tikken om de inhoud ervan te doorzoeken.
Bestanden worden aangegeven met documentminiaturen en u kunt hiervan een voorbeeld bekijken
door te tikken op het pictogram Voorbeeld. Als een afdrukvoorbeeld wordt weergegeven, kunt u in-
en uitzoomen.
4.
Selecteer een bestand dat u wilt afdrukken. U kunt een voorbeeld van het document weergeven
door te tikken op Voorbeeld. Met de werkbalkknoppen kunt u in- en uitzoomen en informatie
over de geselecteerde taak bekijken. U kunt ook de voorgedefinieerde zoommodi Aanpassen aan
scherm (Fit to screen), Pinch to zoom (Knijpen om te zoomen ) of Original document size (Origineel
documentformaat) kiezen. Druk op OK om naar de selectie snelle set te gaan.
5.
De lijst met quicksets voor het afdrukken sub wordt weergegeven. U kunt een van de quicksets voor
de geselecteerde taak kiezen en/of bewerken.
OPMERKING:
gewijzigde instellingen alleen toegepast op de huidige taak en niet permanent opgeslagen. U kunt
uw eigen snelle sets permanent wijzigen door op Save (Opslaan) te tikken.
OPMERKING:
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Met de naam Quick Set (Quick set) kunt u een naam geven aan de Quick Set waarmee u werkt.
Met Print quality (Afdrukkwaliteit) kunt u de afdrukkwaliteit instellen op Fast (Snel), Normal
(Normaal) of Best (Beste).
Met Output scale (Uitvoerschaal) kunt u het formaat van de afdruk op twee manieren
aanpassen: op basis van een percentage van het oorspronkelijke formaat of op basis van
een bepaald papierformaat. De standaardwaarde is 100% (het originele formaat).
Met kleuropties kunt u alleen kiezen voor kleur, grijstinten of zwart.
Papierbron selecteert automatisch rol 1 of rol 2.
Met Paper category (Papiercategorie) kunt u de papiersoort kiezen.
Met Page order (Paginavolgorde) kunt u eerste pagina bovenop of laatste bovenop kiezen.
Met Collate (Sorteren) kunt u sorteren in- en uitschakelen.
Met Rotation (Rotatie) kunt u de afdruk met een veelvoud van 90° draaien, of u kunt Automatic
(Automatisch) kiezen, waarmee de afdruk automatisch gedraaid wordt om papier te sparen.
Met Afdrukmarges (Print margins) kunt u de standaardprintermarges wijzigen.
Output destination (Uitvoerbestemming).
6.
Als u tevreden bent met de instellingen voor de quickset, tikt u op OK om door te gaan.
7.
In de rechterkolom van het scherm kunnen Exemplaren (Copies), Paginavolgorde (Page order) en
Sorteren (Collate) worden geselecteerd. Tik op Afdrukken (Print) om door te gaan.
8.
U kunt na het afdrukken ervoor kiezen om nog een bestand af te drukken of naar de taakwachtrij
te gaan. Als u direct nog een bestand afdrukt zonder terug te gaan naar de startpagina, worden de
tijdelijke instellingen van het eerder afgedrukte bestand opnieuw gebruikt.
60
Hoofdstuk 4 Afdrukken
Als u een quickset bewerkt nadat u een taak hebt geselecteerd, worden de
De in de fabriek ingestelde snelsets kunnen niet worden gewijzigd.
Afdrukken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave