Advertenties
LDAP-beheerder, referenties van de printergebruiker gebruiken). Het is verplicht om de
domeinnaam, de gebruikersnaam en het wachtwoord in te vullen.
Het gedeelte LDAP Database search settings (Zoekinstellingen voor LDAP-database):
7.
Vul deze velden in:
●
Voer in het pad om een zoekopdracht te starten (BaseDN, Search Root) het pad in om het
zoeken in de database (bijvoorbeeld o=mycompany.com) te starten.
●
Voer in het vak voor de weergavenaam van de geadresseerde de naam van het kenmerk in dat
de naam van de persoon bevat (bijvoorbeeld weergavenaam).
●
Voer in het vak voor het e-mailadres van de geadresseerde de kenmerknaam in die het
e-mailadres van de persoon bevat (bijvoorbeeld mail of rfc822Mailbox).
●
Gebruik het vak voor LDAP-filtervoorwaarden om een optioneel filter in te stellen waarmee u
e-mailadressen kunt filteren.
8.
Klik op de knop Toepassen (Apply) om de instellingen op te slaan. Het instellen is voltooid.
9.
Om te controleren of het ophalen van de LDAP juist is ingesteld, voert u minstens drie tekens van
de contactnaam van een netwerk in het vak Test in en klikt u vervolgens op de knop Test. Als de test
voltooid is, wordt een bericht weergegeven.
Een netwerkmap configureren
Er zijn drie verschillende manieren om een netwerkmap te configureren.
Een standaardnetwerkmap configureren
De printer heeft de optie om een standaard netwerkmap te configureren die wordt gebruikt als
de standaardbestemming in de widget Scannen naar netwerk en in de toepassing Scannen naar
netwerkmap.
1.
Klik in Embedded Web Server op Scannen > Scannen naar netwerkmap.
2.
Klik in de configuratieopties op Netwerkmap opgeven om helemaal een nieuwe map te maken,
of klik op Contact (Contact ) om een bestaande map uit de contactpersonen van de printer te
selecteren (zie
Een netwerkmap als contactpersoon configureren op pagina
22).
Een netwerkmap configureren
21
Advertenties
