6.
Reinig het gebied direct voor de scanner, waar de te scannen vellen liggen voordat ze worden
gescand.
7.
Sluit de voedingskabel van de printer weer aan en schakel de printer in met de Aan/uit-knop.
Kalibreer de scanner.
Uw scanner is af fabriek gekalibreerd, en in theorie hoeven CIS-scanners niet opnieuw te worden
gekalibreerd tijdens hun levensduur.
Desondanks kunnen veranderingen in de omgeving ervoor zorgen dat uw scanner afbeeldingsdefecten
gaat vertonen die eenvoudig kunnen worden verholpen door de scanner opnieuw te kalibreren. De hele
procedure duurt niet meer dan 10 minuten, en u wordt aangeraden de scanner te kalibreren zodra u
ongewenste artefacten of een gebrek aan kwaliteit waarneemt in gescande bestanden of kopieën. Houd
daarbij rekening met de beperkingen van CIS-technologie die al eerder in deze handleiding zijn uitgelegd.
Als de kalibratie succesvol is uitgevoerd en u nog altijd ontevreden bent over de beeldkwaliteit, gaat
u naar
Scannerproblemen oplossen op pagina
schaffen.
De scanner kalibreren
Uw scanner moet niet opnieuw worden gekalibreerd tijdens de levensduur, maar als dit om een of
andere reden het moet zijn; volg de stappen in de aangegeven volgorde.
1.
Reinig de scanner. Zie
2.
Ga naar het bedieningspaneel en tik op Onderhoud > Onderhoud > Scannerkalibratie.
3.
Volg de instructies op het bedieningspaneel.
Als de kalibratie mislukt
De volgende stappen leveren de volledige procedure voor dit onderwerp.
Het meegeleverde onderhoudsvel dat nodig is om de scanner te kalibreren ziet er als volgt uit:
160
Hoofdstuk 14 Scanneronderhoud
95; u kunt ook overwegen een CCD-scanner aan te
De glasplaat van de scanner reinigen op pagina
158.