Plaats het onderhoudsvel in de scanner met de bedrukte zijde omhoog, gecentreerd en zo recht
mogelijk. Zodra de kalibratie is voltooid, moet het onderhoudsvel zorgvuldig worden opgeborgen
in de stevige opberghoes, en worden bewaard op een schone en droge plaats. Anders kan het
beschadigen, waardoor de werking van de scanner in de toekomst kan worden beïnvloed. Controleer of
het onderhoudsvel niet vuil, gekreukt, bekrast of gevouwen is voordat de scanner wordt gekalibreerd.
Indien nodig, kunt u contact opnemen met uw service vertegenwoordiger en een nieuw onderhoudsvel
aanvragen.
1.
Controleer of de printer is ingeschakeld en klaar is voor normaal gebruik.
2.
Controleer of de scanner correct werkt. Scan een klein document naar een bestand om dit te
testen.
3.
Controleer vóór het kalibreren of de scanner schoon is. Wanneer u twijfelt, maak dan eerst de
scanner schoon en start het kalibratieproces opnieuw.
4.
Verwijder het kalibratievel en plaats dit opnieuw. Controleer hierbij of het kalibratievel schoon is
en in goede conditie verkeert, met de voorkant omhoog en perfect in het midden in de scanner is
geplaatst.
5.
Als de bovenstaande stappen geen oplossing bieden, verwijdert u het vel en start u de printer
opnieuw op (uit- en weer inschakelen). Wanneer het systeem opnieuw is opgestart, herhaalt u de
kalibratie.
6.
Als u na drie opeenvolgende pogingen de kalibratie nog altijd niet met succes hebt kunnen
uitvoeren, neemt u contact op met uw service vertegenwoordiger en meldt u de foutcode die
op het bedieningspaneel verschijnt.
Als de kalibratie mislukt
161