5.
Druk de pagina Connectivity Configuration (Connectiviteitsconfiguratie) af en controleer de
verbindingsinstellingen.
Tabel 3-2
Item
Poortconfiguratie
Automatische
onderhandeling
6.
In geval van twijfel of onjuiste configuratie van verbindingsinstellingen, moet u de
netwerkparameters naar de fabrieksinstellingen resetten. Zie
pagina
Communicatieproblemen tussen de computer en de printer
Enkele symptomen zijn:
●
Het bericht Received jobs (Ontvangen taken) verschijnt niet op het bedieningspaneel wanneer u
taken naar de printer hebt verzonden.
●
Op de computer verschijnt een foutmelding wanneer u probeert af te drukken.
●
De computer of printer loopt vast (blijft inactief) terwijl er communicatie plaatsvindt.
●
Afdruktaken komen vast in de printspooler van uw computer.
●
De afgedrukte uitvoer bevat willekeurige of onverklaarbare fouten (onjuist geplaatste lijnen,
gedeeltelijk afgedrukte tekeningen, enzovoort).
Zo lost u communicatieproblemen op:
●
Controleer of de juiste printer is geselecteerd toen u de taak verzond.
●
Controleer of de printer correct werkt wanneer u afdrukt vanuit andere toepassingen.
56
Hoofdstuk 3 Netwerken
Verbindingsinstellingen
Beschrijving
Als de printer correct is gekoppeld, heeft dit item een van de volgende waarden:
●
10BASE-T HALF: 10 Mbps, half-duplex
●
10BASE-T FULL: 10 Mbps, full-duplex
●
100TX-HALF: 100 Mbps, half-duplex
●
100TX-FULL: 100 Mbps, full-duplex
●
1000TX FULL
Als de printer niet goed is aangesloten, wordt een van de volgende berichten weergegeven:
●
UNKNOWN (ONBEKEND): De printer bevindt zich in een initialisatiestatus.
●
DISCONNECTED (GEEN VERBINDING): Er is geen netwerkverbinding gevonden. Controleer de
netwerkkabels. Configureer de verbindingsinstellingen of start de printer opnieuw.
Geeft aan of automatisch onderhandelen voor verbindingsconfiguratie aan of uit staat.
●
ON (AAN, standaard): De printer zal zichzelf automatisch op het netwerk configureren op de
juiste snelheid en communicatiemodus.
●
OFF (UIT): U moet handmatig de verbindingssnelheid en communicatiemodus met gebruik van
het bedieningspaneel configureren. Uw instellingen moeten overeenkomen met die van het
netwerk voor een goede verbinding.
54.
Netwerkparameters resetten op