Als "1.2.6.n.1 Testmelding modus" op pagina 56 ingesteld is op Tijd, definieert
het menu de tijd waarop de testmelding uitgevoerd wordt. De tijd van de
testmelding is ingesteld in 24-uursindeling, als UU:MM.
1.2.6.n.3 Verleng
3 Verleng
>Nee<
Met deze optie definieert u of de interval van de testmelding moet worden
ingesteld vanaf de vorige testmelding of vanaf de vorige succesvolle
gebeurtenisrapportage.
Als deze optie is ingesteld op Ja, wordt de testmeldingvertraging na het
verzenden van een gebeurtenis naar de particuliere alarmcentrale verlengd en
de volgende testmelding uitgesteld.
Als deze optie is ingesteld op Nee, vindt de volgende testmelding plaats volgens
de ingestelde periode na de vorige testmelding, ongeacht de overige
gerapporteerde gebeurtenissen.
De optie is alleen van toepassing als "1.2.6.n.1 Testmelding modus"
Opmerking:
op pagina 56 ingesteld is op Periode.
1.2.6.n.4 Herh. TM bij FTC
4 Herh.TM bijFTC
>Nee<
Als deze optie is ingesteld op Ja, probeert de centrale gedurende de
communicatiefout (FTC: Failed To Communicate) verbinding te krijgen door elk
uur een testmelding te initiëren. Als de optie op Nee staat, dan wordt de
testmelding zoals gebruikelijk geïnitieerd, afhankelijk van de beschreven
"1.2.6.n.2 Periode / Tijd" optie op pagina 56.
1.2.6.n.5 Handmatige test
Kiezen PAC 1...
Gereed
Met deze optie kan een handmatige testmelding naar de particuliere
alarmcentrale verstuurd worden. Selecteer de particuliere alarmcentrale. De
centrale probeert nu een testmelding te versturen naar de geselecteerde
particuliere alarmcentrale.
De voortgangsstatus van de testmelding wordt op het scherm weergegeven.
1.2.6.n.6 RSSI in testmelding
6 RSSI in testm.
>Ja<
Als de optie ingesteld is op Ja, bevat de testmeldinggebeurtenis een RSSI-
waarde als subgebeurtenis.
De optie is alleen van toepassing als rapportage via het GSM-communicatiepad
gebruikt wordt.
Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding
57