Conditiefilters
6.1 Conditiefilters
01>Interne sire>
02 Externe siren
Een conditiefilter is een combinatie van voorwaarden in logische functies. Er zijn
maximaal 64 conditiefilters te programmeren.
Hoe werken conditiefilters
Met een conditiefilter kunt u uitgangen en gebruikersgroepen beheren. Een filter
kan maximaal vier voorwaarden en één uitgang hebben.
De vier voorwaardes kunnen afzonderlijk worden geconfigureerd om de
conditiefilter te activeren, deze kunnen in een OF functie of in een EN functie
geschakeld worden. De voorwaarde van een conditiefilter kan zijn: een gebied,
een ingang, een gebeurtenis of een andere uitgang van een conditiefilter. Deze
"formule" activeert de filter wanneer aan de voorwaarde wordt voldaan.
Figuur 21: Hoe werken conditiefilters
Voorwaarde 1
Voorwaarde 2
Voorwaarde 3
Voorwaarde 4
U kunt de uitgang van een conditiefilter gebruiken als gebeurtenis voor
conditiefilters die verderop in de lijst zijn gedefinieerd. U kunt bijvoorbeeld
conditiefilter 7 niet gebruiken in conditiefilters 2, 3 en 6, maar u kunt de uitgang
van conditiefilter 7 wel gebruiken als gebeurtenis voor conditiefilter 10.
Voorbeelden van het gebruik van conditiefilters
Vereiste actie: wanneer gebied 1 is uitgeschakeld, wordt na het invoeren van de
juiste PIN-code of het activeren van de sleutelschakelaar de deur geopend.
1. Selecteer een geschikte conditiefilter met behulp van het menu "6.1.n Filter
selecteren" op pagina 125.
2. Wijzig de naam van de filter in "Deur open" in het menu "6.1.n.1 Filternaam"
op pagina 125.
124
Functie 1
Functie 2
Functie 3
Conditiefilteruitgang 1
Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding