Communicatiepaden
9.3 Padopties
1>PSTN
4 IP
Via het menu Pad opties kunt u de opties voor de beschikbare transmissiepaden
configureren.
9.3.n Pad selecteren
1>Padnaam
PSTN
Selecteer het geschikte transmissiepad om de opties te configureren.
Welke transmissiepaden beschikbaar zijn is afhankelijk van de
systeemconfiguratie. Standaard zijn de volgende transmissiepaden beschikbaar:
•
PSTN
•
IP
Afhankelijk van de hardware configuratie, zijn er de volgende keuzes ook
mogelijk bij transmissie pad:
•
ISDN
•
GSM
•
TDA74xx
Opmerking:
Bepaalde opties in dit menu verschillen voor de specifieke
transmissiepaden. Voor specifieke opties, zie:
•
"Specifieke PSTN-opties" op pagina 184
•
"Specifieke ISDN-opties" op pagina 185
•
"Specifieke IP-opties" op pagina 185
•
"Specifieke GSM/SMS/GPRS-opties" op pagina 188
Algemene opties
9.3.n.1 Naam pad
1 Padnaam
>PSTN<
Gebruik het scherm voor de padnaam om de naam van het transmissiepad in te
voeren of te wijzigen. De naam kan uit maximaal 16 tekens bestaan.
9.3.n.2 Lijnstoring
2 Lijnstoring
>Altijd<
Als deze optie is ingesteld op Altijd, wordt de lijn getest op lijnstoringen. Als er
zich een lijnstoring voordoet, wordt een storing in het systeem gegenereerd.
Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding
183