5.n.3.3 G.IN Inl.tijd1
5.n.3.4 G.IN Inl.tijd2
Stel de gedeeltelijk inschakel inlooptijden in voor zonetypes in/uitloop 1 en
in/uitloop 2.
Gedeeltelijk inschakel inlooptijden worden op dezelfde manier ingesteld als
volledig inschakel inlooptijden. Zie "5.n.3 Inlooptijd" op pagina 120 voor meer
informatie over de programmering van inlooptijden.
5.n.4 Waarschuwings Tijd
4 Waarschuw Tijd
>
<
Waarschuwingstijd is een periode waarbinnen de procedure voor automatisch
inschakelen kan worden uitgesteld. Na het verstrijken van de waarschuwingstijd
wordt het systeem automatisch ingeschakeld.
De ingestelde uitstelprocedure moet zijn toegestaan in "5.n.8 Herhaal insch" op
pagina 122.
De waarschuwingstijden kunnen worden geprogrammeerd met waarden tussen 1
en 15 minuten.
5.n.5 Vooralarmtijd
5 Vooralarm tijd
>
<
Elk gebied beschikt over eigen vooralarmtijd. Wanneer een alarm wordt
geactiveerd, wordt alleen lokaal alarm gegenereerd en wordt de
vooralarmtijdfunctie gestart. Indien het lokale alarm niet wordt bevestigd
gedurende de vooralarmtijd, wordt het alarm gerapporteerd.
Voor de ingangszone moet de optie "4.1.n.6.13 Uitgebreide
Opmerking:
in/uitloop" beschreven in menu op pagina 104 geactiveerd zijn.
Gebruik het scherm vooralarmtijd om de vooralarmtijd voor het gebied in te
stellen. Elk gebied kan met slechts één vooralarmtijd worden geprogrammeerd.
De vooralarmtijden kunnen worden geprogrammeerd met waarden tussen 0 en
255 seconden.
Opmerking:
Als er meerdere gebieden zijn toegewezen aan een ingang, wordt
de langste vooralarmtijd gebruikt. Zie "4 Ingangen en fob's" op pagina 98.
5.n.7 Entrée alarm
7 Entrée alarm
>Vertraagd<
De optie Entrée alarm optie bepaalt of de doormelding van een inloop fout direct
of vertraagd doorgemeld dient te worden. De volgende opties zijn beschikbaar:
•
Vertraagd: Het alarm wordt verstuurd 30 sec. na het verstrijken van de
inlooptijd.
Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding
121