Specifieke PSTN-opties
9.4.1.n.3 Modemprotocol
3 Modemprotocol
>V.21<
Met deze optie kunt u een van de volgende modemprotocollen selecteren: Bell-
103, V.21, V.22 of V.22bis.
Specifieke IP- en GSM/GPRS-opties
9.4.1.n.4 Bestem. naam
1>Bestem. naam
Geen
In het menu Bestemming worden de IP details van de geselecteerde
computerverbinding gedefinieerd. Hiermee kunt u een ping-opdracht versturen
naar de host.
9.4.1.n.4.1 Naam bestemming
1 Bestem. naam
>
<
De bestemmingsnaam definieert met welk IP-adres de geselecteerde PC-
verbinding tot stand wordt gebracht.
Een bestemmingsnaam kan een numeriek IP-adres of een alfanumeriek
domeinadres zijn. Zie ook "Een hostadres bewerken" op pagina 41.
9.4.1.n.4.2 Bestemmingspoort
4 Bestem.poort
>
<
De bestemmingspoort definieert met welke IP-poort de geselecteerde PC-
verbinding tot stand wordt gebracht.
9.4.1.n.4.3 Ping host
Pingen...
Tx/Rx: 2/2
Met de opdracht Ping host kunt u een ping versturen naar de opgegeven PC.
Deze opdracht wordt gebruikt om te controleren of de PC aanwezig en
toegankelijk is via de centrale in het netwerk.
De Tx/Rx-waarde geeft aan hoeveel pakketten zijn verstuurd en ontvangen.
202
Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding