Inhoud Voorwoord iii Typografische conventies iii Belangrijke opmerking iii Bediendelen en lezers 1 Toegang tot het systeem met uw PIN-code en/of kaart 3 Dwangfunctie 4 Deur toegang 5 Het systeem in- en uitschakelen 6 Wanneer inschakelen 6 Wanneer gedeeltelijk inschakelen 6 Wanneer uitschakelen 6 De uitlooptijd voor het verlaten van het pand na inschakeling 7 De inlooptijd voor uitschakeling 7...
Pagina 4
1 Ingangen overbruggen 20 4 Paneel status 21 5 PIN wijzigen 22 6 SMS & Spraak 23 8 Service 24 8.2 Looptest 24 Algemene toetsreeksen 25 Algemene toetsreeksen voor LCD-bediendeel 25 Algemene toetsreeksen voor niet-LCD-bediendeel 26 Advisor Advanced Gebruikershandleiding...
Voorwoord In dit document vindt u een productoverzicht en gedetailleerde instructies voor gebruik van uw Advisor Advanced-systeem. Om dit document efficiënt te kunnen gebruiken, dient u te beschikken over een basiskennis van alarmsystemen en - onderdelen. Lees deze instructies en alle bijbehorende documentatie volledig door voordat u dit product in gebruik neemt.
Pagina 6
Advisor Advanced Gebruikershandleiding...
Toegang tot het systeem met uw PIN-code en/of kaart U hebt een PIN-code en/of een kaart nodig om het Advisor Advanced-systeem te kunnen gebruiken. Een PIN-code is een uniek nummer van 4 tot 10 cijfers. De installateur van het beveiligingssysteem heeft uw gebruikersaccount aangemaakt met een PIN-code en/of kaart.
Dwangfunctie De dwangfunctie activeert een stil alarm voor het waarschuwen van bewakingspersoneel/meldkamer. Wanneer u bijvoorbeeld onder bedreiging wordt gedwongen het beveiligingssysteem uit te schakelen, maakt deze functie dat mogelijk, maar wordt tegelijkertijd de dwangfunctie van het systeem ingeschakeld. Hiervoor moet echter uw Advisor Advanced-systeem als zodanig zijn geprogrammeerd.
Deur toegang Indien geprogrammeerd, is het mogelijk om toegang te krijgen tot een bepaalde deur met behulp van het bediendeel of de lezer die aan deze deur is toegewezen. Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “lgemene toetsreeksen” op pagina 25. Advisor Advanced Gebruikershandleiding...
Het systeem in- en uitschakelen Wanneer inschakelen Het beveiligingssysteem moet worden ingeschakeld als u de laatste persoon bent die het pand (of uw gebied) verlaat, bijvoorbeeld aan het einde van de dag. Indien na inschakeling de alarmdetectie indringers detecteert, wordt een alarm geactiveerd.
De uitlooptijd voor het verlaten van het pand na inschakeling Nadat u het systeem heeft ingeschakeld, moet u het pand (of het gebied) verlaten binnen een vooraf ingestelde tijd (“uitlooptijd”) omdat anders het alarm wordt geactiveerd. De hoofdgebruiker van het systeem dient iedereen op de hoogte te stellen van deze uitlooptijd.
Pagina 14
• Mogelijk beschikt uw alarmsysteem over meer dan één centrale. In dat geval is uw bediendeel geprogrammeerd om alleen bepaalde gebieden van het pand in of uit te schakelen. Zorg ervoor dat u het juiste bediendeel gebruikt voor de gebieden die u wilt in-/uitschakelen. Verstoorde ingangen U kunt tevens een gebied niet inschakelen als dit een ingang bevat die verstoord is, zoals magneet contacten van een deur of een raam.
Druk op On als u de inschakeling wilt forceren. Alle “verstoorde ingangen” en storingen worden overbrugd en de desbetreffende waarschuwing wordt weergegeven. Zie “Overbrugde ingangen en storingen” hieronder. Actieve storingen CHECK SYSTEM Storingen U kunt een gebied niet inschakelen indien er systeemstoringen zijn opgetreden. Het overzicht van storingen waarbij het niet is toestaan het systeem in te schakelen wordt bepaald door de installateur.
2. Kies gebieden indien daarom wordt gevraagd. Zie “Weergeven gebieden tijdens het in-/uitschakelen” op pagina 12 voor meer informatie. Indien er in bepaalde gebieden overbrugde of geblokkeerde ingangen zijn, worden deze op het scherm weergegeven. 3. Druk op Enter als u wilt doorgaan met inschakelen. Druk anders op Wissen om het inschakelproces te annuleren.
Gebieden uitschakelen met het LCD-bediendeel Ga als volgt te werk om gebieden uit te schakelen met het LCD-bediendeel: 1. Ga het pand/gebied binnen via de toegewezen inloop-/uitlooproute. U hoort een onderbroken inloopzoemer. 2. Geef een toegestane toetsreeks in, zoals aangeduid in “lgemene toetsreeksen”...
Weergeven gebieden tijdens het in-/uitschakelen Indien uw systeem niet is geprogrammeerd om de gebieden die aan uw PIN- code zijn toegewezen op de LCD weer te geven, worden al deze gebieden automatisch in-/uitgeschakeld (vooropgesteld dat er geen “verstoorde ingangen” zijn). De gebieden-LED’s gaan branden wanneer de inschakelprocedure succesvol is afgerond.
Pagina 19
Optie Actie Resultaat Annuleren Druk op Wissen Afsluiten en terug naar het oorspronkelijke scherm. Gebieden die reeds zijn in-/uitgeschakeld blijven ongewijzigd. De gebieden-LED’s gaan branden wanneer de inschakelprocedure succesvol is afgerond. Advisor Advanced Gebruikershandleiding...
Wat te doen in een alarmsituatie In een alarmsituatie gaat de LED van het gebied waarvoor het alarm is geactiveerd en de alarm-LED op het bediendeel knipperen. Indien de screensaver is geactiveerd, knipperen de LED's nadat een gebruikerscode is ingevoerd. Het tijd- en datumbericht wordt niet meer weergegeven. Aan een gebied kunnen meerdere ingangen zijn gekoppeld.
Bekijken van een alarm Nadat het alarm is uitgeschakeld, worden alle alarmen op het scherm weergegeven. Alarm In behandelin>0< 1>Zone 2 In behandelin>0< In het eerste scherm wordt het type alarm weergegeven. In het tweede scherm wordt de locatie van het alarm weergegeven. De tweede regel geeft aan of er meer alarmen zijn.
De noodzaak van de looptest wordt bepaald door: • Systeeminstellingen • Of de geprogrammeerde ingangen geactiveerd zijn geweest binnen de afgelopen 4 uur zijn U kunt de looptest handmatig uitvoeren met behulp van het menu “8.2 Looptest” (zie pagina 24). Mogelijke problemen Er is een storing in een ingang Deze blijft een alarm veroorzaken totdat deze wordt overbrugd in het systeem.
Algemene taken Ingang overbruggen/overbrugging opheffen Als u ingangen wilt overbruggen of de overbrugging wilt opheffen, gebruikt u het menu “1 Ingangen overbruggen” zoals beschreven op pagina 20. Status centrale bekijken Als u de status van de centrale wilt weergeven, gebruikt u het menu “4 Paneel status”, zoals wordt beschreven op pagina 21.
Het Advisor Advanced menu Het Advisor Advanced-menu beschikt over opties voor het uitvoeren van verschillende taken en handelingen Sommige van deze opties gelden specifiek voor bepaalde installaties, terwijl u voor anderen geen rechten heeft. Het is daarom onwaarschijnlijk dat u alle menu-opties zult zien wanneer u het menu opent, maar alleen de opties die voor u zijn geprogrammeerd wanneer uw PIN- code wordt gebruikt.
Pagina 25
In dit scherm kunt u nu het volgende doen: Optie Actie Resultaat Selectie wijzigen Druk op Omhoog of Omlaag De vorige of volgende menu- optie wordt geselecteerd Open de menu-optie Geef het nummer van de U gaat naar een bepaalde menu-optie op menu-optie —of—...
1 Ingangen overbruggen Met de “overbruggings”functie kunt u ingangen overbruggen en uitsluiten van het beveiligingssysteem totdat het systeem opnieuw wordt uitgeschakeld. In sommige situaties kan het van pas komen om een ingang te overbruggen. Bijvoorbeeld, als u een raam open wilt laten wanneer het systeem opnieuw wordt ingeschakeld.
4 Paneel status Deze functie toont alle ingangen in alarm, sabotage-alarm, overbrugd of geactiveerd, en eventuele systeemalarmen. Er zijn menu-opties beschikbaar waarmee u deze condities apart kunt weergeven. De optie kan echter worden gebruikt om alle ingangen te controleren die aandacht behoeven. Als u daartoe rechten heeft, kunt u de huidige status van de centrale weergeven met behulp van menu 4.
5 PIN wijzigen 1>PIN-code ********** Indien u daartoe rechten heeft, kunt u uw eigen PIN-code wijzigen met menu 5. De PIN-code methode van het Advisor Advanced-systeem kan op een van de volgende manieren worden geconfigureerd: • PIN-codes worden door het systeem gegenereerd. De gebruiker kan alleen een nieuwe PIN-code aanvragen, PIN-codes kunnen niet handmatig worden ingevoerd.
6 SMS & Spraak 1>Gebr. telefoon Geen Het SMS & Spraak menu bevat configuratie menu’s, voor SMS en Spraak doormelding. In dit menu kunnen alleen eigen instellingen gewijzigd worden. 6.1 Gebruiker telefoon 1 Gebr. telefoon > < In het gebruiker telefoon menu, kan het eigen gebruiker telefoonnummer geprogrammeerd worden.
8 Service Met dit menu kunt u een aantal service opties uitvoeren, die hieronder worden beschreven. 8.2 Looptest Looptest Bezig Met een looptest kan de gebruiker alle detectoren in de geselecteerde gebieden testen. U voert als volgt de looptest uit: 1.
lgemene toetsreeksen Zie “Het systeem in- en uitschakelen” op pagina 6. De autorisatiemethode is afhankelijk van uw systeeminstellingen. Uw installateur kan u vertellen welke methode moet worden gebruikt voor autorisatie. Algemene toetsreeksen voor LCD-bediendeel Tabel 6: Algemene toetsreeksen voor LCD-bediendeel Actie Geprogrammeerde methode Toetsreeks...
Actie Geprogrammeerde methode Toetsreeks Menu toegang Menu toegang met PIN-code Menu, PIN, Enter PIN, Menu Menu toegang met kaart Menu, kaart Menu toegang met kaart en PIN-code Menu, kaart, PIN, Enter Kaart, PIN, Menu Dwang Dwang met PIN Willekeurige sleutel (Aan / Uit /...
Pagina 33
Actie Geprogrammeerde methode Toetsreeks Kaart, PIN, On Dwang Dwang met PIN Willekeurige sleutel (Aan / Uit / Gedeeltelijk inschakelen), dwangcode, Enter Dwangcode, willekeurige sleutel Dwang met kaart en PIN Willekeurige sleutel (Aan / Uit / Gedeeltelijk inschakelen), dwangcode, kaart, Enter ...
Pagina 34
Advisor Advanced Gebruikershandleiding...