8.2.4.9 Intercon fout
9 Intercon fout
>Nee<
Als de optie Interconnectie fout is ingesteld op Ja, vereisen
interconnectiestoringen een installateursreset.
8.2.4.10 Auto reset
10 Auto reset
>Uit<
Als deze optie is ingesteld op Ja, wordt de installateursreset automatisch
uitgevoerd zodra de installateur zich aanmeldt.
8.2.4.11 Uit bij servic
11 Uit bij serv>
>Uit<
Als deze optie is ingesteld op Ja, wordt niet om een installateursreset gevraagd
gedurende de tijd dat de installateur geautoriseerde toegang heeft tot het
systeem.
Opmerking:
Deze optie is alleen geldig indien de installateur autorisatie van de
gebruiker nodig heeft. Zie "8.2.1 Acceptatie vereist" op pagina 151.
8.2.4.12 Systeemcode
12 Systeemcode
>
<
Met dit menu kan de systeemcode voor een installateursreset worden
ingeschakeld. De code mag maximaal 5 tekens lang zijn.
De standaardwaarde 0 betekent dat de code niet is ingesteld. In dit geval is het
aanmaken van een externe resetcode uitgeschakeld.
Als de code is ingesteld, worden de waarden van de systeemcode en de
installateurscode in een speciale berekening gebruikt om de resetcode te
verkrijgen. Zie "Installateursresetprocedure" op pagina 152 voor meer informatie.
8.2.4.13 Reset uitvoeren
13 Rst uitvoeren
>Annuleren<
Met dit menu kunt u de installateursreset uitvoeren.
8.2.4.14 Custom tekst
14 Custom tekst
>
<
Gebruik Aangepaste tekst om een bericht in te stellen dat verschijnt wanneer een
installateursreset nodig is.
154
Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding