4.1.n.6.30 IU wap contr
30 I/U in contr.
>Nee<
Als de in/uitloopzone inschakel controle optie is ingesteld op Ja, moet deze
ingang in rust zijn bij het inschakelen van het gebied. De gebruiker kan dan dit
gebied niet inschakelen totdat deze ingang in rust is.
Deze optie is beschikbaar voor zones van het type in/uitloop en toegang.
4.1.n.6.31 Alarm in Ged1
31 Alarm in Ged1
>Nee<
Als de optie is ingesteld op Ja, wordt een in/uitloopzone een alarmzone
gedurende gedeeltelijk inschakelen 1.
Opmerkingen
•
De optie is alleen beschikbaar voor zones van het type in/uitloop. Raadpleeg
"Ingangstypes" op pagina 247.
•
De zone moet worden opgenomen in gedeeltelijk inschakelen 1. Raadpleeg
"4.1.n.6.2 Gedeeltelijk in 1" op pagina 101.
•
Zonefunctionaliteit verandert niet als dezelfde zone tot een gebied behoort in
een volledige ingestelde status.
4.1.n.6.32 Alarm in Ged2
Gelijk aan "4.1.n.6.31 Alarm in Ged1" hierboven, maar voor gedeeltelijk
inschakelen 2.
4.1.n.6.33 Rapporteer als
33 Rapporteer a>
>Paniek (PA)<
Bepaalt hoe paniekalarm wordt gerapporteerd aan particuliere alarmcentrales.
•
Rapporteer als paniek: PA-gebeurtenis wordt gerapporteerd.
•
Rapporteer als dwang: HA-gebeurtenis wordt gerapporteerd.
Raadpleeg "Rapportagecodes in Advisor Advanced" op pagina 237 voor meer
informatie.
Opmerkingen
•
Deze optie is alleen beschikbaar voor zones van het type paniek. Raadpleeg
"Ingangstypes" op pagina 247.
•
De optie is alleen beschikbaar als Paniekmodus is ingesteld op Stil. Anders
wordt paniekalarm altijd als een PA-gebeurtenis gerapporteerd. Raadpleeg
"8.8.1 Paniekmodus" op pagina 168.
108
Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding