De status van de uitgang wordt weergegeven.
Centrale 1.1
Uit
U kunt nu het volgende doen:
•
De status wijzigen met de Entertoets.
•
Door de lijst met uitgangen bladeren. Druk op Omhoog of Omlaag.
•
Uitgangtest afsluiten. De uitgang wordt dan weer ingesteld op de
oorspronkelijke status. Druk op Wissen.
1.2.3.1.2 GI LED's
1>GI 1
2 GI 2
Met het LED-menu van de GI kunt u de LED's van de GI's en lezers testen.
Selecteer de GI en druk op Enter.
U kunt nu het volgende doen:
•
Alle GI LED's in- of uitschakelen met de Enter-knop.
•
De GI LED-test afsluiten. Druk op Wissen om de test af te sluiten en de status
van de LED's te herstellen.
1.2.3.2 Trigger status
1>Trigger 1
2 Trigger 2
In het triggerstatusmenu kunt u handmatig de vlagstatussen van triggers
wijzigen.
Kies de trigger en kies dan de desbetreffende vlag. Stel vervolgens de gewenste
status in.
1>TIJDSCHEMA
Uit
1.2.4 Alarm en storingen
0>Alle
1 Gebied 1
Dit menu geeft een overzicht van alle ingangen die niet de status normaal
hebben, en alle storingen die aanwezig zijn in het systeem. Deze meldingen
worden gescrolld weergegeven.
U kunt de weergave instellen per gebied of voor alle gebieden tegelijk.
Gebruik de knoppen Wissen of Enter om deze weergave te sluiten.
Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding
51