NL
36
Storingen
Kan de fout volgens de storingstabel niet worden opgeheven dan moet de klantenservice op de hoogte worden
gesteld.
Vermeld het centrifugetype en het serienummer. Beide nummers zijn terug te vinden op het typeplaatje van de
centrifuge.
Een SPANNINGSRESET uitvoeren:
De spanningschakelaar uitschakelen (schakelaarstand "0").
Minstens 10 seconden lang wachten en aansluitend de spanningschakelaar weer inschakelen
(schakelaarstand " ").
Indicatie / Storing
geen indicatie
---
TACHO - ERROR
01
02
IMBALANCE /
---
UNWUCHT
CONTROL - ERROR
04
06 - 09
N > MAX
05
N < MIN
13
ROTORCODE
10
MAINS INTERRUPT
---
VERSIONS-ERROR
12
SER I/O - ERROR
30 - 38 Fout / Defekt interface
° C * - ERROR
50 – 56,
58
LOCK - ERROR
57
FU / CCI - ERROR
60 – 83
CONTROL - ERROR
26,
90 – 95,
97 - 99
N > ROTOR-MAX
96
32/131
Reden
geen spanning.
Uitschakeling van de overspanningsbe-
veiliging (alleen bij de types 5005-08).
Tacho defekt.
Geen rotor ingebouwd.
Motor, omvormer,aandrijving defekt.
De rotor is ongelijkmatig beladen.
Fout dekselvergrendeling
c.q. dekselsluiting.
Toerental de hoog
Toerental de laag
Fout rotorcodering
Stroomonderbreking tijdens de
centrifugecyclus. (De centrifugecyclus werd
niet beëindigd.)
Geen overeenstemming van de
elektronische componenten
Fout / Defekt koeling
Fout / Defekt programma-vergrendeling
Fout / Defekt motorbesturing
Fout / Defekt stuurgedeelte
Toerental in het gekozen programma is
groter dan het maximale toerental van de
rotor.
De rotor werd vervangen. De ingebouwde
rotor heeft een hoger maximaal toerental dan
de voorheen gebruikte rotor, en werd nog
niet door de rotorherkenning herkend.
Verhelpen
Verzorgingsspanning controleren.
Netschakelaar AAN.
Deksel openen.
De spanningschakelaar
uitschakelen (schakelaarstand
"0").
Ten minste 10 seconden
wachten.
De rotor met da hand krachtig
draaien.
De spanningschakelaar weer
inschakelen (schakelaarstand
" "). Tijdens het inschakelen moet
de rotor draaien.
Deksel openen.
De belading van de rotor
controleren, zie hoofdstuk
"Beladen van de rotor".
De centrifugecyclus herhalen.
Een SPANNINGRESET
uitvoeren
.
Deksel openen.
Toets
indrukken.
START
Indien nodig de centrifugecyclus
herhalen.
Een SPANNINGRESET
uitvoeren.
Toerental in het geselecteerde
programma controleren en
corrigeren.
Een toerental, tot het maximale
toerental van de voorheen
gebruikte rotor, instellen. De toets
indrukken, om een
START
rotorherkenning uit te voeren, zie
hoofdstuk "Rotorherkenning".