Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanloopparameters; Centrifugeerparameters Invoeren; Looptijd; Voorselectie Van De Tijd - Hettich ROTO SILENTA 630 RS Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ROTO SILENTA 630 RS:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

Aanloopparameters

1. Aanloopfasen, parameter
2. Aanlooptijd, parameter
Uitloopparameters
1. Remfasen, parameter
Fase R9, B9 = korte uitlooptijd, ... Fase R1, B1 = lange uitlooptijd, fase R0 = ongeremde uitloop.
2. Uitlooptijd, parameter
3. Remuitschakelingstoerental, parameter n
Zodra dit toerental is bereikt, loopt de installatie ongeremd uit.
1. Temperatuur-streefwaarde, parameter T/°C. Instelbaar van -20°C tot +40°C, in stappen van 1°C (bij optie
verwarmen/koelen van -20°C tot +90°C instelbaar). De laagst bereikbare temperatuur hangt af van de rotor
(zie hoofdstuk "Anhang/Appendix, Rotoren und Zubehör/Rotors and accessories").
2. Centrifugeerradius, parameter r/mm. Invoer in mm. Centrifugeerradius: zie hoofdstuk "Anhang/Appendix,
Rotoren und Zubehör/Rotors and accessories".
1. Centrifugaalloop starten. De rotatieaanduiding
START
2. Overname van veranderingen gedurende de centrifugaalloop.
Centrifugaalloop beëindigen.
STOP
De rotor loopt met de vooraf gekozen uitloopparameter uit. Bij tweemaal indrukken van de toets volgt een
noodstop.
Programmaplaats kiezen, parameter PROG-Nr.
PROG
Oproepen van programma's.
RCL
Opslaan van programma's.
STO
Er kunnen 89 programma's worden opgeslagen (programmaplaatsen 1 tot 89). Opmerking: de
programmaplaatsen "----" en 90 tot 99 dienen als automatisch tussengeheugen (zie hoofdstuk "Automatisch
tussengeheugen"). Op deze programmaplaatsen kunnen geen programma's worden opgeslagen.
14

Centrifugeerparameters invoeren

Een parameter kan alleen worden ingevoerd wanneer het invoerveld invers (wit op zwart) aan wordt gegeven.
Een invers invoerveld verdwijnt automatisch na 10 seconden.
14.1

Looptijd

14.1.1

Voorselectie van de tijd


Toets
net zo vaak indrukken tot parameter t/min: of t/ :sec wordt aangegeven. Het invoerveld wordt invers
t
aangeduid.

Stel met de draaiknop
14.1.2

Continu bedrijf


De parameters t/min: en t/ :sec na elkaar kiezen (zie hoofdstuk "Voorselectie van de tijd"), en beide parameters
met de draaiknop
op nul zetten. In het invoerveld wordt "---:--" aangeduid.
14.2

Toerental (RPM)


Toets
net zo vaak indrukken tot parameter RPM aan wordt gegeven en het invoerveld invers weer wordt
n
gegeven.

Stel met de draaiknop
14.3

Relatieve centrifugaalversnelling (RCF/RZB)


Toets
net zo vaak indrukken tot parameter RCF/RZB aan wordt gegeven en het invoerveld invers wordt
RCF
aangeduid.

Stel met de draaiknop
Gedurende het instellen knippert het symbool van de centrifugaalradius.
. Fase 9 = kortste aanlooptijd, ... fase 1 = langste aanlooptijd.
1-9
. Het instelbare tijdbereik hangt af van het ingestelde toerental.
min:sec
t
. R = Lineaire remcurve, B = zoals bij een exponentiële remcurve.
0-9
. Het instelbare tijdbereik hangt af van het ingestelde toerental.
t
min:sec
(•)
/RPM
de gewenste waarde in.
de gewenste waarde in.
de gewenste waarde in.
verschijnt.
NL
21/131

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave