Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aan- En Uitloopparameters; Aanloopfase; Aanlooptijd; Remfase - Hettich ROTO SILENTA 630 RS Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ROTO SILENTA 630 RS:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

NL
14.4

Aan- en uitloopparameters

De ingestelde aan- en uitloopparameter worden aangeduid.
x: 1-9 = aanloopfase, t = aanlooptijd
y
x
y: R1-R9, B1-B9 = remfase, R0 = ongeremde uitloop, t = uitlooptijd, n
remuitschakeling
PROFIL
14.4.1

Aanloopfase


Toets
zo vaak indrukken tot parameter
weergegeven.

Stel met de draaiknop
14.4.2

Aanlooptijd


Toets
zo vaak indrukken tot parameter
weergegeven.

Stel met de draaiknop
Wordt een aanlooptijd ingegeven die langer is dan de looptijd, dan eindigt de centrifugaalloop voordat het ingestelde
toerental is bereikt.
14.4.3

Remfase


Toets
zo vaak indrukken tot parameter
weergegeven.

Stel met de draaiknop
B-remfasen kunnen alleen bij speciale rotors ingesteld worden.
14.4.4

Uitlooptijd

Als een remuitschakelingstoerental in is gesteld, dan kan er geen uitlooptijd worden ingesteld.

Toets
zo vaak indrukken tot parameter
weergegeven.

Stel met de draaiknop
14.4.5

Remuitschakelingstoerental


Toets
zo vaak indrukken tot parameter n
weergegeven.

Stel met de draaiknop
14.5

Radius/Temperatuur

14.5.1

Radius


Toets
zo vaak indrukken tot parameter r/mm wordt aangegeven en het invoerveld invers wordt weergegeven.

Stel met de draaiknop
Als de radius wordt veranderd, past de radius zich automatisch aan de waarde van RCF/RZB aan. Dit wordt
aangeduid door een knipperend symbool.
14.5.2
Temperatuur

Toets
zo vaak indrukken tot parameter T/°C wordt aangegeven en het invoerveld invers wordt weergegeven.

Stel met de draaiknop
14.6

Automatisch tussengeheugen

Het tussengeheugen omvat de programmaplaatsen "----" en 90 tot 99. Na elke start van een centrifugaalloop worden
veranderde centrifugeergegevens automatisch in programmaplaats "----" opgeslagen. De veranderde
centrifugeergegevens, van de laatste 11 centrifugaallopen, zijn in het tussengeheugen opgeslagen en kunnen
worden opgeroepen (zie hoofdstuk "Programma oproepen").
22/131
1-9
de gewenste fase in.
min:sec
t
de gewenste waarde in.
0-9
de gewenste fase in.
t
min:sec
de gewenste waarde in.
(•)
de gewenste waarde in.
de gewenste waarde in.
de gewenste waarde in.
of
aan wordt gegeven. Het invoerveld wordt invers
t
aan wordt gegeven. Het invoerveld wordt invers
of
aan wordt gegeven. Het invoerveld wordt invers
t
aan wordt gegeven. Het invoerveld wordt invers
/RPM wordt aangegeven. Het invoerveld wordt invers
(•)
= toerental

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave