Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Motorventilatie - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Motorpolen [226
Als het nominale toerental van de motor 500 rpm is,
verschijnt automatisch het menu voor het invoeren van het
aantal polen, [226]. In dit menu kan het feitelijke aantal
polen worden ingesteld voor een nauwkeuriger regeling van
de FO.
226 Motor Polen
A
M1:
Stp
Standaard:
4
Instelbereik:
2-144
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Motor Cos
[227]
Instelling van nominale Motor cosphi (arbeidsfactor).
227 Motor Cosφ
A
M1: Cosφ
Stp
φ
Standaard:
Cos
NOM
Instelbereik:
0.50 - 1.00
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
CG Drives & Automation, 01-5325-03r1
43045
168/204
4be5
19429
UInt, 1=1 rpm
UInt
4
43046
168/205
4be6
19430
Lang, 1=1 pool
EInt
NOM
(zie LET OP 2 pagina 69)
43047
168/206
4be7
19431
Lang, 1=0.01
EInt

Motorventilatie [228]

Parameter voor het instellen van het type motorventilatie.
Heeft gevolgen voor de kenmerken van de I
motorbescherming door de actuele overbelastingsstoom bij
lagere toerentallen te verlagen.
228 Motor Vent
A
Stp
Standaard:
Eigen
Geen
0
Beperkte I
Normale I
Eigen
1
in dat de motor een lagere stroom
aanhoudt bij lager toerental.
Uitgebreide I
Geforceerd 2
Houdt in dat de motor bijna de volledige
stroom aanhoudt bij lager toerental.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Als de motor geen koelventilator heeft, wordt Geen gekozen
en wordt het stroomniveau beperkt tot 55% van de
nominale motorstroom.
Bij een motor met een op de as gemonteerde ventilator
wordt Eigen gekozen en wordt de stroom voor overbelasting
beperkt tot 87% vanaf 20% van synchroon toerental. Bij
lagere toerentallen zal de toegestane overbelastingsstroom
kleiner zijn.
Als de motor een externe koelventilator heeft, wordt
Geforceerd gekozen en start de toegestane
overbelastingsstroom op 90% vanaf de nominale
motorstroom bij stilstaande motor tot nominale
motorstroom op 70% van synchroon toerental.
Afb. 71 laat de eigenschappen ten aanzien van nominale
stroom en nominaal toerental zien met betrekking tot het
gekozen type motorventilatie
2
t-
M1:
Eigen
2
t-overbelastingscurve.
2
t-overbelastingscurve. Houdt
2
t-overbelastingscurve.
43048
168/207
4be8
19432
UInt
UInt
Functiebeschrijving
71

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vfx 2.0

Inhoudsopgave