12. Problemen oplossen, diagnose en onderhoud
12.1 Trips, waarschuwingen en
limieten
Om de FO te beveiligen, worden de belangrijkste bedrijfsva-
riabelen continu bewaakt door het systeem. Als één van deze
variabelen de veiligheidslimiet overschrijdt, wordt er een
foutmelding/waarschuwing gegeven. Om elke mogelijke
gevaarlijke situatie te vermijden, zet de FO zichzelf in een
stopmodus die we "Trip" noemen. De oorzaak van de trip
wordt getoond op de display.
Een trip zal de FO altijd stopzetten. Trips kunnen worden
onderverdeeld in normale en zachte trips, afhankelijk van de
instelling van het triptype, zie menu [250] Autoreset. Nor-
male trips zijn standaard. Voor normale trips stopt de FO
onmiddellijk, d.w.z. dat de motor op natuurlijke wijze uit-
loopt tot stilstand. Voor zachte trips stopt de FO door het
toerental af te bouwen, d.w.z. dat de motor naar stilstand
decelereert.
"Normale trip"
• De FO stopt onmiddellijk, de motor loopt op natuur-
lijke wijze uit tot stilstand.
• Triprelais of -uitgang is actief (indien gekozen).
• De trip-LED brandt.
• De bijbehorende tripmelding wordt weergegeven.
• De statusindicatie "TRP" wordt weergegeven (gebied D
van de display).
• Na de opdracht voor de reset verdwijnt het tripbericht en
wordt menu [100] aangegeven.
"Zachte trip"
• De FO stopt door naar stilstand te decelereren.
Tijdens deceleratie.
• De bijbehorende tripmelding wordt weergegeven, inclu-
sief een extra zachtetrip-indicator "S" voor de triptijd.
• De trip-LED knippert.
• Waarschuwingsrelais of -uitgang is actief (indien geko-
zen).
Na stilstand.
• De trip-LED brandt.
• Triprelais of -uitgang is actief (indien gekozen).
• De statusindicatie "TRP" wordt weergegeven (gebied C
van de display).
• Na de opdracht voor de reset verdwijnt het tripbericht en
wordt menu [100] aangegeven.
Naast de TRIP-indicatoren zijn er nog twee andere indicato-
ren om te laten zien dat de regelaar zich in een "abnormale"
toestand bevindt.
CG Drives & Automation, 01-5325-03r1
"Waarschuwing"
• De regelaar benadert een triplimiet.
• Waarschuwingsrelais of -uitgang is actief (indien geko-
zen).
• De trip-LED knippert.
• De bijbehorende waarschuwingsmelding wordt weerge-
geven in menu [722] Waarschuwing.
• Eén van de waarschuwingsindicaties wordt weergegeven
(gebied C van de display).
"Limieten"
• De regelaar beperkt het koppel en/of de frequentie om
een trip te voorkomen.
• Limietrelais of -uitgang is actief (indien gekozen).
• De trip-LED knippert.
• Eén van de Limiet-statusindicaties wordt weergegeven
(gebied C van de display).
Problemen oplossen, diagnose en onderhoud
183