Software [922]
Geeft het softwarenummer van de FO aan.
Afb. 125 geeft een voorbeeld van het versienummer.
922 Software
V 4.32 - 03.07
Stp
Afb. 125 Voorbeeld van softwareversie
V 4.32 = Versie van de software
- 03.07 = optionele versie, is alleen zichtbaar en geldig voor
speciale software, type OEM aangepaste software.
03 = (majeur) nummer speciale softwarevariant
07= (mineur) revisie van deze speciale software
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Table 30 Informatie voor Modbus- en Profibus-nummer,
softwareversie
Bit
Voorbeeld
7–0
32
13–8
15–14
Table 31 Informatie voor Modbus- en Profibus-nummer,
optieversie
Bit
Voorbeeld
7–0
07
15–8
03
LET OP: Het is belangrijk dat de softwareversie die in
menu [922] wordt weergegeven hetzelfde
softwareversienummer heeft als het
softwareversienummer dat op de titelpagina van deze
gebruiksaanwijzing staat gedrukt. Zo niet, dan kan de
functionaliteit zoals beschreven in deze
gebruiksaanwijzing afwijken van de functionaliteit van
de FO.
CG Drives & Automation, 01-5325-03r1
31038 softwareversie
31039 optieversie
121/182-183
240e, 240f
1038, 1039
UInt
UInt
Beschrijving
minor
4
major
release
00: V, release-versie
01: P, pre-release-versie
10:
, Bèta-versie
11:
, Alfa-versie
Beschrijving
minor
minor
Unitnaam[923]
Optie voor het invoeren van een naam voor de eenheid voor
servicegebruik of klantidentiteit. Deze functie stelt de
gebruiker in staat om een naam met 12 tekens te bepalen.
Gebruik de toetsen Prev en Next om de cursor naar de
gewenste positie te verplaatsen. Scroll vervolgens met de
toetsen + en – door de tekenlijst. Bevestig het teken door de
cursor naar de volgende positie te verplaatsen door op de
Next-toets te drukken. Zie Door gebruiker gedefinieerde
eenheid [323].
Voorbeeld
Gebruikersnaam USER 15 aanmaken.
1. Druk in het menu [923] op Next om de cursor helemaal
naar rechts te verplaatsen.
2. Druk op de toets + totdat het teken U wordt
weergegeven.
3. Druk op Next.
4. Druk vervolgens op de toets + totdat S wordt
weergegeven en bevestig met Next.
5. Herhaal dit tot u USER 15 hebt ingevoerd.
923 USER 15
Stp
Standaard:
Geen tekens weergegeven.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Bij het verzenden van een eenheidsnaam verstuurt u één
teken tegelijk, te beginnen bij de positie uiterst rechts.
42301 - 42312
165/225 - 236
48fd - 4908
18685 - 18696
UInt
UInt
Functiebeschrijving
181