3.
Installatie
De beschrijving van de installatie in dit hoofdstuk voldoet
aan de EMC-normen en de machinerichtlijn.
Selecteer kabeltype en -afscherming conform de EMC-
voorschriften zoals die van toepassing zijn voor de omgeving
waarin de FO wordt geïnstalleerd.
3.1
Vóór installatie
Lees voorafgaand aan de installatie de volgende checklijst
door en denk goed na over uw toepassing.
• Interne of externe besturing.
• Lange motorkabels (>100 m), zie sectie Lange
motorkabelspagina 18.
• Functies.
• Geschikt FO-formaat in verhouding tot de motor/
toepassing.
Als de FO vóór aansluiting tijdelijk wordt opgeslagen, dient
u de technische gegevens te raadplegen voor de
omgevingscondities. Als de FO wordt verplaatst van een
koude opslagruimte naar de ruimte waar hij geïnstalleerd
moet worden, kan zich condens op de FO vormen. Laat de
FO volledig acclimatiseren en wacht tot alle zichtbare
condens is verdampt alvorens de netspanning aan te sluiten.
3.2
Kabelaansluitingen voor
model 003 t/m 074
3.2.1 Voedingspanningskabels
Dimensioneer de voedingsspannings- en motorkabels
volgens de lokale voorschriften. De kabel moet de
belastingsstroom van de FO kunnen overbrengen.
Aanbevelingen voor het kiezen van
voedingsspanningskabels
• Om aan EMC te voldoen, hoeven geen afgeschermde
voedingsspanningskabels te worden gebruikt.
• Gebruik hittebestendige kabels, +60C of hoger.
• Dimensioneer de kabels en zekeringen overeenkomstig
de lokale voorschriften en de nominale uitgangsstroom
van de motor. Zie tabel 51, pagina 208.
• PE geleider draaddoorsnede voor kabels < 16 mm
gelijk zijn aan de gebruikte fasedraden, bij
kabeldoorsnedes groter dan 16 mm
2
gelijk aan 35 mm
moet de PE draaddoorsnede
2
minimaal 16 mm
zijn. Voor kabels met draaddoorsnede
2
> 35 mm
moet de PE draaddoorsnede minimaal 50%
zijn van de gebruikte fase draaddoorsnede.
Indien de PE geleider draaddoorsnede in het gebruikte
kabeltype niet aan bovenstaande draaddoorsnede eisen
CG Drives & Automation, 01-5325-03r1
2
moet
2
maar kleiner of
voldoet, moet een aparte PE geleider worden gebruikt
om aan deze voorwaarde te voldoen.
• De litze aardingsaansluiting, zie Afb. 21, is alleen nodig
als de montageplaat is voorzien van een laklaag. Alle
FO's hebben een ongelakte achterzijde en zijn daarom
geschikt
voor
montage
bevestigingsplaat.
Sluit de voedingsspanningskabels aan volgens Afb. 17 of 18.
De FO heeft standaard een ingebouwd RFI-
netspanningsfilter dat voldoet aan categorie C3, geschikt
voor de 2e Omgeving eisen.
L3
L1
L2
PE
Afb. 17 Netspannings- en motoraansluitingen, 003-018
PE
Afb. 18 Netspannings- en motoraansluitingen, 026-046
op
een
ongelakte
W
U
V
R
DC-
DC+
Aansluiting van
motorkabel afscherming
Aansluiting van
motorkabel afscherming
Installatie
15