Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alarmstartvertraging - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Hellingalarm [413]
Deze functie bepaalt dat de (voor)alarmsignalen niet zijn
toegestaan tijdens acceleratie/deceleratie van de motor. Dit
om valse alarmen te voorkomen.
413 HellingAlarm
A
Stp
Standaard:
Uit
(Voor)alarmen worden geblokkeerd tijdens
Aan
0
acceleratie/deceleratie.
(Voor)alarmen actief tijdens acceleratie/
Uit
1
deceleratie.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat

Alarmstartvertraging [414]

Deze parameter wordt gebruikt als u bijvoorbeeld een alarm
tijdens de opstartprocedure wilt negeren.
Stelt de vertragingstijd in na een run-commando waarna een
alarm mag worden gegeven.
• Als HellingAlarm=Aan. De startvertraging begint na een
RUN-commando.
• Als HellingAlarm=Uit. De startvertraging begint na de
acceleratiehelling.
414 Startvertr.
A
Stp
Standaard:
2 s
Instelbereik:
0 -3600 s
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
CG Drives & Automation, 01-5325-03r1
43322
169/226
4cfa
19706
UInt
UInt
Uit
43323
169/227
4cfb
19707
UInt
UInt
2s
43324
169/228
4cfc
19708
Lang, 1=1 s
EInt
Lasttype [415]
In dit menu kiest u het monitortype op basis van de
lastkarakteristiek van uw toepassing. Door het gewenste
monitortype te kiezen, kan de overbelastings- of
onderbelastingsalarmfunctie worden geoptimaliseerd aan de
hand van de lastkarakteristiek.
Als de toepassing een constante belasting heeft over het
gehele toerentalbereik, zoals bij een extruder of
schroefcompressor, kan het lasttype worden ingesteld op
Basis. Dit type maakt gebruikt van één waarde als referentie
voor de nominale belasting. Deze waarde wordt gebruikt
voor het volledige toerentalbereik van de FO. De waarde kan
worden ingesteld of automatisch worden gemeten. Zie
Autoset Alarm [41A] en Normaal Last [41B] voor de
instelling van de nominale belastingsreferentie.
De belastingscurvemodus maakt gebruik van een
geïnterpoleerde curve met 9 belastingswaarden en 8 gelijke
toerentalintervallen. Deze curve wordt ingevuld door een
testrun met een echte belasting. Dit kan worden gebruikt bij
alle gelijkmatige belastingscurves inclusief constante
belasting.
Belasting
Afb. 99
415 Last Type
A
Stp
Standaard:
Basis
Gebruikt binnen het gehele toerentalbereik
een vast maximaal en minimaal lastniveau.
Basis
0
Kan worden gebruikt in situaties waarbij
het koppel niet afhankelijk is van het
toerental.
Gebruikt de gemeten actuele
Lastcurve 1
lastkarakteristiek van het proces binnen
het toerentalbereik.
Max Alarm
Basis
Min Alarm
Lastcurve
Toerental
Basis
Functiebeschrijving
127

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vfx 2.0

Inhoudsopgave