Externe modus
Als de FO in de stand EXTERN staat, wordt de FO
bestuurd volgens gekozen methodes in de menu's Ref
Signaal [214], Run/Stp Sgnl [215] en Reset Sgnl [216].
Voor het bewaken van de actuele lokale of externe status van
de FO-regeling, is er een "Lokaal/Ext."-signaal beschikbaar
op de digitale uitgangen of relais. Als de FO op Lokaal is
ingesteld, zal het signaal op de DigOut of Relais actief/hoog
zijn, bij Extern zal het signaal inactief/laag zijn. Zie menu
Digitale uitgangen [540] en Relais [550].
9.2.6 Functietoetsen
De functietoetsen bedienen de menu's en worden daarnaast
gebruikt voor het programmeren en aflezen van alle menu-
instellingen.
Tabel 21 Functietoetsen
Toets ENTER:
Toets ESCAPE:
ESC
Toets
PREVIOUS:
toets NEXT:
NEXT
Toets -:
Toets +:
Afb. 65 Menustructuur
9.3
De menustructuur
De menustructuur bestaat uit 4 niveaus.
Hoofdmenu
Het eerste teken in het menunummer.
1e niveau
2e niveau
Het tweede teken in het menunummer.
3e niveau
Het derde teken in het menunummer.
4e niveau
Het vierde teken in het menunummer.
56
Bediening via het bedienpaneel
-
ga naar een lager
menuniveau
-
bevestig een gewijzigde
instelling
-
ga naar een hoger
menuniveau
-
negeer een gewijzigde
instelling zonder te
bevestigen
-
ga naar een vorig menu
binnen hetzelfde niveau
-
ga naar significanter
cijfer in
bewerkingsmodus
-
ga naar volgend menu
binnen hetzelfde niveau
-
ga naar minder
significant cijfer in
bewerkingsmodus
-
verlaag een waarde
-
wijzig een keuze
-
verhoog een waarde
-
wijzig een keuze
Deze opbouw is als gevolg hiervan onafhankelijk van het
aantal menu's per niveau.
Een menu kan bijvoorbeeld slechts één selecteerbaar menu
bevatten (menu Referentiewaarde instellen/bekijken [310]),
of 17 selecteerbare menu's (menu Toerental [340]).
LET OP: Als er binnen één niveau meer dan 10 menu's
zijn, gaat de nummering verder in alfabetische volgorde.
4161
4162
Afb. 66 Menustructuur
9.3.1 Het hoofdmenu
Deze sectie geeft u een korte beschrijving van de functies in
het hoofdmenu.
100
Startvenster
Wordt weergegeven bij inschakelen. Dit venster toont
standaard de actuele proceswaarde. Programmeerbaar voor
vele soorten uitlezingen.
200
Hoofdinstellingen
Hoofdinstellingen om de FO operationeel te krijgen. De
instellingen voor Motor Data zijn het belangrijkst. Ook
opties en instellingen.
300
Proces- en toepassingsparameters
Instellingen die meer van belang zijn voor de toepassing
zoals referentietoerental, koppelbegrenzingen, PID-
regelingsinstellingen enz.
400 Lastmonitor en procesbeveiliging
Door de monitorfunctie kan de FO worden gebruikt als
lastmonitor om machines en processen te beschermen tegen
mechanische overbelasting en onderbelasting.
CG Drives & Automation, 01-5325-03r1
NG_06-F28