Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aandrijf Mode - Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor FDU 2.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

Kies Motor [212]
Dit menu wordt gebruikt als u meer dan één motor gebruikt
met één FO. Kies de motor die u wilt definiëren. Er kunnen
in de FO maximaal vier verschillende motoren worden
gedefinieerd, M1-M4. Voor gebruik van parametersets in
combinatie met motorsets M1 - M4 zie hoofdstuk 11.2.6
pagina 79.
212
A
Stp
Standaard:
M1
M1
0
M2
1
Motor Data is gekoppeld aan gekozen
motor.
M3
2
M4
3
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat

Aandrijf Mode [213]

Dit menu wordt gebruikt om de regelmodus voor de motor
in te stellen. Instellingen voor de referentiesignalen en uitle-
zingen vinden plaats in het menu "Procesbron, [321]".
• V/Hz Mode (uitgangstoerental [712] in rpm)
.
213 AandrijfMode
A
Stp
Standaard:
V/Hz
Alle regelkringen zijn gerelateerd aan de
frequentieregeling.In deze modus zijn
toepassingen met meerdere motoren
mogelijk.
LET OP: Alle functies en menu-
V/Hz
2
uitlezingen met betrekking tot
toerental en rpm (bijv. Max Toeren =
1500 rpm, Min Toeren=0 rpm enz.)
blijven toerental en rpm, maar geven
wel de uitgangsfrequentie weer.
CG Drives & Automation, 01-5325-03r1
Kies Motor
M1
43012
168/171
4bc4
19396
UInt
UInt
V/Hz
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Referentiesignaal [214]
De FO heeft een referentiesignaal nodig om het toerental
van de motor te regelen. Dit referentiesignaal kan worden
geregeld door een externe bron (Klemmen) vanuit de
installatie, door het toetsenbord van de FO of via seriële
communicatie of veldbuscommunicatie. Kies de gewenste
referentieregeling voor de toepassing in dit menu
214 Ref Signaal
A
Stp
Standaard:
Klemmen
Het referentiesignaal is afkomstig van de
Klemmen
0
analoge ingangen van de klemmenstrook
(klemmen 1-22).
Referentie wordt ingesteld met de + en -
Toetsen
1
toetsen op het bedienpaneel. Kan alleen
in menu Ref Inst/Kyk [310].
De referentie wordt ingesteld via de
seriële communicatie (RS 485, Veldbus)
Comm
2
Zie sectie 10.5, pagina 60 voor meer
informatie.
De referentie wordt ingesteld via een
Optie
3
optie. Alleen beschikbaar als de optie de
referentiewaarde kan regelen.
LET OP: Als de referentie wordt omgeschakeld van
Extern naar Toetsen, zal de laatste externe
referentiewaarde (van de klemmen) de
standaardwaarde worden voor het bedienpaneel.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
43013
168/172
4bc5
19397
UInt
UInt
.
Klemmen
43014
168/173
4bc6
19398
UInt
UInt
Functiebeschrijving
65

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vfx 2.0

Inhoudsopgave