11.3.9 Pompregeling [390]
De pompregelfunctie wordt gebruikt om een aantal
aandrijvingen aan te sturen (pompen, ventilatoren, enz.),
waarvan er altijd één door de FO wordt aangedreven.
Pomp [391]
Deze functie laat de pompregeling alle relevante
pompregelfuncties instellen.
391Pomp
Stp
A
Standaard:
Uit
Uit
0
Pompregeling is uitgeschakeld.
Pompregeling is actief:
- Pompregelparameters [392] tot en met
[39G] worden weergegeven en geactiveerd
Aan
1
volgens de standaardinstellingen.
- Uitleesfuncties [39H] tot en met [39M]
worden toegevoegd aan het setup menu.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Aantal aandrijvingen [392]
Stelt het totale aantal gebruikte aandrijvingen in, inclusief de
Master-FO. De instelling hier is afhankelijk van de
parameter "Aandr. Keuze [393]". Het is belangrijk om na
het kiezen van het aantal aandrijvingen de relais voor de
pompregeling in te stellen. Als de digitale ingangen ook
worden gebruikt voor statusfeedback, moeten deze worden
ingesteld voor pompregeling conform Pomp 1 OK-Pomp6
OK in menu [520].
392 Aantal Aandr
Stp
A
Standaard:
1
Aantal aandrijvingen als I/O-print niet wordt
1-3
gebruikt.
Aantal aandrijvingen als 'Wisselende
MASTER' wordt gebruikt. Zie
1-6
Aandrijvingskeuze [363]. (I/O-print wordt
gebruikt).
Aantal aandrijvingen als 'Vaste MASTER'
1-7
wordt gebruikt. Zie Aandrijvingskeuze [363].
(I/O-print wordt gebruikt).
CG Drives & Automation, 01-5325-03r1
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Veldbusformaat
Uit
Modbus-formaat
Aandrijvingskeuze [393]
Stelt de primaire werking van het pompsysteem in.
'Volgorde' en 'Run Tijd' zijn voor bedrijf met een Vaste
MASTER. 'Alles' betekent het gebruik van een Wisselende
MASTER-stand.
43161
169/65
4c59
19545
UInt
UInt
1
LET OP: Gebruikte relais moeten worden gedefinieerd
als Slave-pomp of Master-pomp. Gebruikte digitale
ingangen moeten worden gedefinieerd als
pompfeedback.
393 Aandr. Keuze
A
Stp
Standaard:
Volgorde
Werking met vaste MASTER:
- De extra aandrijvingen worden in volgorde
gekozen, d.w.z. eerst pomp 1, dan pomp 2
Volgorde
0
enz.
- Er kunnen maximaal 7 aandrijvingen
worden gebruikt.
Werking met vaste MASTER:
- De extra aandrijvingen worden gekozen op
basis van de runtijd. De aandrijving met de
laagste runtijd wordt dus als eerste
gekozen. De runtijd wordt in volgorde
bewaakt in menu's [39H] tot en met [39M].
Run Tijd
1
De runtijd kan voor iedere aandrijving
worden gereset.
- Als aandrijvingen worden stopgezet, wordt
eerst de aandrijving met de langste runtijd
stopgezet.
- Er kunnen maximaal 7 aandrijvingen
worden gebruikt.
Werking met wisselende MASTER:
- Als de aandrijving wordt ingeschakeld,
wordt één aandrijving als de Master-
aandrijving gekozen. De selectiecriteria zijn
afhankelijk van Keuzeconditie [394]. De
aandrijving zal worden geselecteerd op
basis van de runtijd. De aandrijving met de
Alles
2
laagste runtijd wordt dus als eerste
gekozen. De runtijd wordt in volgorde
bewaakt in menu's [39H] tot en met [39M].
De runtijd kan voor iedere aandrijving
worden gereset.
- Er kunnen maximaal 6 aandrijvingen
worden gebruikt.
43162
169/66
4c5a
UInt
UInt
Volgorde
Functiebeschrijving
119