N L
B E D I E N I N G
3 luchtfilter
4 brandstoffilter motor
5 olie vulstok
6 brandstofklep
7 interne oliefilter
8 gashendel
9 olie aflaatplug
Bediening
BEDIENING DIESELMOTOR
1 G A S R E G E L I N G
De gasregeling gebeurt automatisch via de ETC regeling. Bij niet bedienen van
het spuitpistool wordt de motor door de ETC naar stationair toerental geregeld.
Bij bediening van het spuitpistool wordt de motor door de ETC naar maximum
ingesteld toerental geregeld.
Opmerking: Gebruik de gashendel NOOIT
om de spuitdruk te regelen.
• Starten en warmdraaien: Zet de bedrijfsschakelaar in positie 1 , draai het
sleutelcontact naar positie START en zet de brandstofkraan op ON. Als de
starter de motor niet omdraait, schakelt U de startpositie onmiddellijk uit.
Probeer motor niet te herstarten tot de motortoestand is gecorrigeerd.
Starten van de motor kan elektrisch of met het trekkoord.
Laat de motor onbelast bij lage toeren warm kan lopen.
• Motor afzetten: Laat de motor even op stationaire toeren draaien om te
koelen. Zet de bedrijfsschakelaar op positie 0 (=uit)
Zorg ervoor dat de machine wordt uitgezet (OFF)
na de spuitwerkzaamheden, als deze in ON positie
blijft staan zal de batterij leeglopen!
DiBO 22
1
2
3
4
5
6
7