Hoofdstuk 4 - Onderhoud
Installeren
1.
Schuif het filterelement in de luchtfilterbehuizing. Zorg dat het element volledig op zijn plaats zit in de
luchtfilterbehuizing.
a
NB: De waarschuwingsetiketten op het luchtfilter moeten zichtbaar zijn nadat de luchtfilterbehuizing is geïnstalleerd.
2.
Installeer de luchtfilterbehuizing op de turboladerinlaat.
3.
Haal de klem van de luchtfilterbehuizing aan.
Beschrijving
klem luchtfilterbehuizing
4.
Installeer de ventilatieslang van de olieafscheider. Draai de ventilatieslang van de olieafscheider stevig aan.
b
a
d
Waterscheidend brandstoffilter
Brandstof is brandbaar en kan exploderen. Controleer of de contactsleutel op Uit staat en of de dodemansschakelaar zo
is ingesteld dat de motor niet kan aanslaan. Rook niet en zorg dat vonken en open vuur uit de buurt blijven tijdens de
procedure. Zorg voor goede ventilatie van de werkruimte en vermijd langdurige blootstelling aan brandstofdampen.
Controleer altijd op eventuele lekkage voordat u probeert de motor te starten en verwijder gemorste brandstof altijd
onmiddellijk.
Water in het brandstofinjectiesysteem kan corrosie en roestvorming in de injectoren en andere onderdelen veroorzaken,
waardoor het brandstofinjectiesysteem defect raakt. Inspecteer het waterscheidend brandstoffilter dagelijks op water en
laat de motor meteen inspecteren als u tekenen van water in het brandstofsysteem aantreft.
BELANGRIJK: Gebruik een geschikte bak om de brandstof in op te vangen. Ruim gemorste brandstof onmiddellijk op en
voer de brandstof op veilige wijze af volgens alle plaatselijke, landelijke en internationale vereisten.
Bladzijde 44
a -
luchtfilterbehuizing
b -
luchtfilterelement
b
25893
a -
ventilatieslang olieafscheider
c
b -
luchtfilterbehuizing
c -
Turbolader
d -
Klem
d
25881
WAARSCHUWING
!
KENNISGEVING
Nm
lb. in.
3,4–6,8
30–60
90-8M0116253
DECEMBER 2015
nld
lb. ft.