Hoogte boven zeeniveau en klimaat
NB: Bij motoren met een elektronische regelmodule (Electronic Control Module; ECM) wordt het effect van veranderingen
in hoogte en klimaat gereduceerd doordat de brandstofstroom automatisch wordt aangepast aan de weersomstandigheden
en de hoogte. Echter, motoren die door een ECM worden aangestuurd, compenseren niet voor toename van de belasting
of de toestand van de romp.
Veranderingen in hoogte boven zeeniveau en klimaat zijn van invloed op de prestaties van de motorinstallatie. Afname van
prestaties kan veroorzaakt worden door:
•
Grotere hoogte boven zeeniveau
•
Hogere temperaturen
•
Lage barometerdruk
•
Hoge vochtigheidsgraad
Gebruik voor optimale motorprestaties onder wisselende weersomstandigheden en op grote hoogte een schroef waarmee
de motor kan draaien op nominaal toerental bijvolgas, met een maximale lading in de boot en onder normale
vaaromstandigheden.
In de meeste gevallen kan het aanbevolen toerental bij volgas verkregen worden door op een schroef met lagere spoed
over te stappen.
Schroef selecteren
Het gebruik van de motor met een verkeerde schroef kan het vermogen beperken, het brandstofverbruik verhogen,
oververhitting van de motor veroorzaken, of inwendige schade aan het motorblok veroorzaken. Kies een schroef
waarmee de motor bij het gespecificeerde volgastoerental kan werken.
De scheepsbouwer en de verkoopdealer zijn er verantwoordelijk voor om de motorinstallatie van de juiste schroeven te
voorzien.
BELANGRIJK: De motoren die in deze handleiding worden besproken zijn uitgerust met een ECM die het motortoerental
beperkt. Zorg dat de gebruikte schroef de motor niet tegen de begrenzer laat lopen, omdat dit de prestaties aanzienlijk
vermindert.
NB: Gebruik een nauwkeurige werkplaatstoerenteller om het toerental te controleren.
Kies een schroef waarmee de motorinstallatie kan draaien met het nominale motortoerental bij maximale belasting.
Als bedrijf bij volgas onder het nominaal motortoerental valt, moet de schroef worden vervangen om prestatieverlies en
mogelijke motorschade te voorkomen. Anderzijds veroorzaakt gebruik van een motor boven het nominale motortoerental
meer dan normale slijtage of schade.
Nadat u de eerste schroef geselecteerd hebt, zullen de volgende veel voorkomende problemen soms vereisen dat deze
door een schroef met een kleinere spoed vervangen wordt:
•
Warmere weersomstandigheden en een hogere luchtvochtigheid veroorzaken een verlaging van het toerental (in
mindere mate bij deze modellen).
•
Gebruik op grotere hoogte veroorzaakt verlaging van het toerental (in mindere mate bij deze modellen).
•
Gebruik van een beschadigde schroef of boot met vervuilde bodem veroorzaakt een verlies van toerental.
•
Gebruik met een grotere belasting of gewicht (extra passagiers, het trekken van skiërs).
Voor betere acceleratie, zoals vereist voor waterskiën, dient u een schroef te gebruiken met een spoed die één maat
kleiner is. Vaar niet met volgas wanneer u de schroef met kleinere spoed gebruikt zonder skiërs te trekken.
Om te beginnen
Eerste inloopprocedure
Deze procedure moet worden gevolgd om de motor goed in te laten lopen.
BELANGRIJK: Mercury Marine raadt aan om plotseling accelereren te vermijden totdat deze procedure voltooid is.
BELANGRIJK: Laat de startmotor nooit langer dan 15 seconden achter elkaar lopen, om oververhitting van de startmotor te
voorkomen. Als de motor niet start, laat u de startmotor een minuut afkoelen en herhaalt u vervolgens de startprocedure.
1.
Zie hiervoor het Starten, schakelen en stoppen en start de motor.
2.
Laat de motor hoogstationair draaien totdat de normale bedrijfstemperatuur is bereikt.
3.
Laat de motor drie minuten ingeschakeld draaien bij elk van de volgende toerentallen: 1200 omw/min, 2400 omw/min
en 3000 omw/min.
4.
Laat de motor drie minuten ingeschakeld draaien bij elk van de volgende toerentallen: 1500 omw/min, 2800 omw/min
en 3400 omw/min.
5.
Laat de motor drie minuten ingeschakeld draaien bij elk van de volgende toerentallen: 1800 omw/min, 3000 omw/min
en maximaal nominaal volgas-toerental.
90-8M0116253
DECEMBER 2015
nld
KENNISGEVING
Hoofdstuk 2 - Op het water
Bladzijde 23