Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Boot Op Een Trailer Vervoeren; Starten, Schakelen En Stoppen; Vóór Het Starten Van De Motor; Belangrijke Informatie - Smartstart - Mercury Marine 2.8 Diesel Handleiding

Binnenboordmodellen
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 2 - Op het water

De boot op een trailer vervoeren

De boot kan worden op een trailer worden vervoerd met de hekaandrijving omhoog (uit) of omlaag (in). Tijdens het
transport is er voldoende ruimte tussen het wegdek en de hekaandrijving nodig.
Als voldoende afstand tot het wegdek een probleem is, zet u de hekaandrijving in de hoogste trailerstand en ondersteunt u
hem met een optionele trailerset die bij uw erkende Mercury Marine reparatiewerkplaats verkrijgbaar is.

Starten, schakelen en stoppen

Dampen kunnen ontbranden en een explosie veroorzaken die kan resulteren in motorschade of ernstig letsel. Geen
vluchtige starthulpmiddelen zoals ether, propaan of benzine gebruiken in het luchtinlaatsysteem van de motor.
Brandstofdampen die in het motorruim achterblijven kunnen irriteren, de ademhaling bemoeilijken of tot ontbranding
komen en zo een ontploffing veroorzaken. Ontlucht de motorruimte altijd voordat u onderhoud of reparaties aan de
motorinstallatie uitvoert.
Vóór het starten van de motor
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade
op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
BELANGRIJK: Let op het volgende voordat u de motor start:
Zorg dat de zeewaterinlaatpomp water krijgt toegevoerd.
Verzeker u ervan dat het carter van de motor tot op het juiste peil gevuld is met de juiste olie voor de heersende
buitentemperatuur. Zie Hoofdstuk 4 - Specificaties.
Controleer of alle elektrische verbindingen goed vastzitten.
Controleer alle toepasselijke items in de onderhoudsschema's en het bedieningsschema.
Voer alle noodzakelijke controles uit die door uw erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats worden aangegeven of
in de (gebruikers)handleiding voor de booteigenaar staan vermeld.
Belangrijke informatie – SmartStart
BELANGRIJK: Deze motorinstallatie is voorzien van SmartStart. SmartStart voert alle benodigde starthandelingen uit als
de contactschakelaar de eerste maal wordt gebruikt. Om SmartStart in te schakelen, zet u de contactschakelaar op START
en laat u vervolgens los, of u zet de contactschakelaar op RUN en drukt dan even op de start-/stopschakelaar, indien
aanwezig.
SmartStart regelt het startproces automatisch. Als u de startknop indrukt, stuurt het systeem een opdracht naar de
elektronische controller van de motor om de motor te starten. De startmotor krijgt vermogen tot de motor aanslaat. Het
startproces wordt na enige seconden beëindigd of zodra de motor op een toerental van 400 omw/min komt. Wanneer men
probeert de motor te starten terwijl deze draait, wordt de motor uitgeschakeld.

Starten van een koude motor

Een draaiende schroef, een bewegende boot of een massief apparaat dat aan de boot is bevestigd kunnen ernstige of
dodelijke verwondingen toebrengen aan zwemmers. Stop de motor onmiddellijk wanneer iemand in het water zich nabij
de boot bevindt.
NB: Controleer altijd de vloeistofpeilen voordat u de motor start. Zie Hoofdstuk 5 - Onderhoudsschema.
1.
Schakel de ventilator van het motorruim (indien aanwezig) in en laat hem vijf minuten draaien. Of open het motorluik
om het ruim te ontluchten voordat u de motor start.
2.
Zet de bedieningshendel op neutraal.
NB: Als de motor enige tijd niet gelopen heeft en niet meteen start met de standaard startprocedure, gebruikt u de
brandstofvoorvulknop bovenop het brandstoffilter. Beweeg de voorvulplunjer vier of vijf slagen op en neer en probeer
vervolgens de motor te starten.
3.
Draai de contactsleutel naar RUN.
4.
Zet de contactsleutel in de stand START en laat hem weer los of druk de start/stop-knop in en laat deze weer los. Als
de motor koud is, laat u de motor 6 tot 10 minuten stationair draaien of totdat de motortemperatuur de normale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
BELANGRIJK: De motoroliedruk hoort meer dan 69 kPa (10 psi) te zijn binnen enige seconden nadat de motor is
gestart. Zet de motor af als de motoroliedruk niet aan deze specificatie voldoet. Bepaal de bron van het probleem en
verhelp het. Raadpleeg als u het probleem niet kunt verhelpen uw erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Bladzijde 18
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
KENNISGEVING
WAARSCHUWING
!
90-8M0116253
DECEMBER 2015
nld

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

4.2 diesel

Inhoudsopgave