Selectie lage/hoge snelheidsmodus
(AL 300-, AL 400- en AL 500-serie)
WAARSCHUWING
ruw of heuvelachtig terrein, tijdens het vervoeren van zware
ladingen en van ladingen die boven de wielassen uitkomen. Pas de
snelheid van de machine altijd aan de omstandigheden aan en
beweeg de bedieningselementen vloeiend en geleidelijk. Voorkom
plotselinge veranderingen van rijrichting als u met een hoge snel-
heid rijdt.
Rij altijd met een lage snelheid wanneer u in drukke gebieden rijdt of
op plaatsen waar veel mensen zijn.
U schakelt tussen de lage en hoge rijsnel-
heidmodi
door
Afbeelding 35) te gebruiken en deze één
seconde vast te houden.
Differentieel vergrendelen
(AL 300-, AL 400- en AL 500-serie)
Belangrijk: Zet de machine stil voordat u
de differentieelvergrendeling weer inscha-
kelt. Schakel de differentieelvergrendeling
niet in als u draait op een glad, droog
wegdek. Dit kan de assen beschadigen.
De differentieelvergrendeling kan ver-
hoogde tractie bieden op losse en gladde
oppervlakken.
Opmerking: De differentieelvergrendeling
grijpt op zowel voor- als achteras aan.
U schakelt de differentieelvergrendeling in
door de bijbehorende schakelaar ingedrukt
te houden (J, Afbeelding 36). Laat de scha-
kelaar weer los als u de differentieelver-
grendeling wilt uitschakelen.
50940018/EP0313
De stabiliteit van de machine wordt
beïnvloed door de snelheid, vooral op
de
schakelaar
(Z,
Afbeelding 35 – Selectie-
schakelaar voor lage/hoge
Afbeelding 36 – Differentieel-
vergrendelingsschakelaar
Z
snelheid
J
79