Inhoudsopgave
Advertenties
Nr. Item
1
Stuurknop
2
Instrumentenpa-
neel
3
Stuur
4
Gaspedaal
5
Multifunctionele
joystick
6
Knoppen hulphy-
draulica
7
Handremhendel
8
Bestuurdersstoel
9
Rem-/kruippedaal
10 Kantelregeling
stuurkolom
11 Schakelaar alarm-
knipperlichten
12 Schakelaar werk-
verlichting
13 Schakelaar rote-
rende zwaailamp
(optie)
14 Aan-/uitschake-
laar accu (optie)
15 Gordel
16 Bedieningshendel
17 Vergrendeling/ont-
grendeling Power-
®
A-Tach
-systeem
(optie)
18 Rijrichtingsschake-
laar
19 Stoelplaat
20 Handgasklep
21 Tuimelschakelaar
lage/hoge snelheid
22 Differentieelver-
grendelingsscha-
kelaar
23 Claxon
50940018/EP0313
Beschrijving
Hiermee kunt u het stuur draaien.
Bevat waarschuwingslampjes, besturingslampjes en
meters (pagina 56).
Door hiermee te draaien bepaalt u de rijrichting.
Trap deze in om het motortoerental/de rijsnelheid te
bepalen.
Hiermee regelt u de verplaatsing van de hefarm of het aan-
bouwwerktuig en de rijrichting van de lader (pagina 81).
Hiermee activeert u het regelcircuit van de hulphydraulica
(pagina 91).
Hiermee trekt u de handrem aan (pagina 69).
Positie van bestuurdersstoel afstellen (pagina 61).
Trap deze in om nauwkeurige controle te hebben over het
rijden en remmen (pagina 77).
Hiermee stelt u het kantelen van de stuurkolom af
(pagina 62). AL 300, AL 400, AL 500; AL 100 (EU),
AL 200 optioneel.
Indrukken om de alarmknipperlichten aan te zetten.
AL 300, AL 400, AL 500; AL 100 (EU), AL 200 optioneel.
Zet de schakelaar op de stand AAN om de werkverlichting
te activeren.
Zet de schakelaar op de stand AAN om de optionele rote-
rende zwaailamp te activeren.
Hiermee kunt u de accu en het stroomcircuit koppelen/
loskoppelen (pagina 69). Alleen EU-uitvoeringen.
Maak altijd uw gordel vast, voordat u de lader bestuurt
(pagina 13).
Voor de bediening van de rijverlichting, de richtingaanwij-
zers en de claxon (pagina 63). AL 300, AL 400, AL 500;
AL 100 (EU), AL 200 optioneel.
Deze gebruikt u om het aanbouwwerktuig te vergren-
delen/ontgrendelen.
Hiermee stelt u in of u naar achteren of naar voren wilt
rijden (pagina 77).
Stoelplaat volgens ISO 7096 (te vinden op de stoel).
Hiermee regelt u het motortoerental onafhankelijk van het
gaspedaal. Niet voor het regelen van de snelheid
(pagina 63). AL 300, AL 400, AL 500.
Schakelt tussen een lage/hoge snelheidsmodi. Controle-
lampjes 11 en 14 (pagina 56) gaan branden om de selectie
aan te geven (pagina 79). AL 300, AL 400, AL 500.
Als u deze indrukt, schakelt u de differentieelvergrendeling
in. Controlelampje 5 (pagina 56) gaat branden als de diffe-
rentieelvergrendeling ingeschakeld is (pagina 79). AL 300,
AL 400, AL 500.
Druk om de claxon te bedienen. Alleen de AL 100-serie;
op andere modellen vindt u de claxonknop op '16 –
bedieningshendel'.
55
Advertenties
Inhoudsopgave
