Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshendel
(AL 300-, AL 400-, AL 500-serie; AL 100-serie (EU) en AL 200-serie
optioneel)
Met de bedieningshendel op de stuurkolom regelt u de volgende functies:
1. Druk op de bedieningshendel om de claxon te gebruiken (K, Afbeelding 15).
2. Draai het uiteinde van de bedie-
ningshendel om de positielichten
te activeren (L).
3. Duw de bedieningshendel naar
voren of naar achteren om de
richtingaanwijzers te activeren
(M).
4. Duw de bedieningshendel omlaag
om het grootlicht te activeren.
5. Duw de bedieningshendel omhoog
om het dimlicht te activeren.
Handgasklep
(AL 300-, AL 400- en AL 500-serie)
De handgasklep, rechts van de bestuurdersstoel, regelt het motortoerental onaf-
hankelijk van het gaspedaal. De handgasklep regelt echter niet de rijsnelheid.
1. Draai de borgring van de handgasklep los (N, Afbeelding 16).
2. Druk op de rode ontgrendelknop van de gasklep (P).
3. Trek aan of druk op de handgas-
knop (R) en gasontgrendelknop
als een eenheid.
Opmerking: U plaatst de gasklep
snel in de stationairstand door de
gasontgrendelknop
duwen. Bij normaal bedrijf verplaatst
u de gasontgrendelknop (P) en de
handgasknop (R) als een eenheid om
overmatige slijtage van het gasklep-
mechanisme te voorkomen.
4. Voor fijne afstellingen draait u de
handgasknop (R).
5. Draai de gasklepborgring (N) om
de gasklep in de positie te vergrendelen.
50940018/EP0313
stevig
in
te
K
L
Afbeelding 15 – Bedieningshendel
R
N
Afbeelding 16 – Handgasklep
M
P
63
Advertenties
Inhoudsopgave
