Motorkoelsysteem
Het koelvloeistofniveau controleren
1. Voer nu 'Verplichte veiligheidsuitschakelprocedure' op pagina 10 uit.
2. Open de motorkap (J, Afbeelding 79).
Controleer het koelvloeistofniveau in
het expansiereservoir (H, Afbeelding 79).
Het expansiereservoir moet voor 1/3 tot
1/2 vol zijn bij een koude motor en voor
2/3 tot 3/4 bij een warme motor. Vul het
expansiereservoir net zoveel bij met koel-
vloeistof als nodig is.
Opmerking: Gebruik een koelvloeistof op
basis van ethyleenglycol met een laag sili-
caatgehalte, dat gemengd is met water en
extra koelvloeistofadditieven van hoge kwa-
liteit die geschikt zijn voor zware dieselmo-
toren. Zie de motorhandleiding voor meer
informatie.
WAARSCHUWING
stige brandwonden ontstaan.
3. Draai de dop langzaam los en laat druk ontsnappen.
4. Verwijder de dop en voeg koelvloeistof toe, indien nodig. Zie 'Vloeistofin-
houden/smeermiddelen' op pagina 33 voor koelvloeistof specificaties.
5. Plaats de dop terug.
Koelsysteem schoonmaken
1. Voer nu 'Verplichte veiligheidsuitschakelprocedure' op pagina 10 uit.
2. Laat de motor afkoelen.
3. Open de motorkap.
4. Reinig de radiateur en de oliekoeler door lucht/water door de vinnen te laten
blazen.
Belangrijk: Door de hoge druk kunnen de radiateurvinnen doorbuigen. Ga dus
voorzichtig te werk. Blaas de lucht/water in de tegengestelde richting van de
koelventilator om het vuil los te maken.
116
AL 500-serie afgebeeld
(andere machines zijn
H
Afbeelding 79 – Koelsysteem
Verwijder de kap niet als de koelvloei-
stof heet is. Er kunnen hierdoor ern-
vergelijkbaar)
50940018/EP0313
J