Sleepprocedure
1. Bevestig de sleepstang/-kabel aan de
voorste/achterste sjorpunten op het
chassis of aan de sleepkoppeling
(Afbeelding 61 en Afbeelding 62) aan
de achterkant van de lader.
Belangrijk: Gebruik alleen een sleep-
stang- of kabel van voldoende capaciteit.
2. Sleep de machine langzaam en voor-
zichtig. Sleep niet langer dan drie
minuten aaneen.
Belangrijk: Laat de machine ALLEEN
door een ander voertuig slepen. Sleep geen
ladingen of andere voertuigen met de
machine.
WAARSCHUWING
lader wordt gesleept. Gebruik een sleepkabel/sleepstang met een
capaciteit die minstens drie keer groter is dan het sleepvermogen
van het sleepvoertuig. Rijd tijdens het slepen niet harder dan 5 km/u
(3 mph), anders kan het hydraulische systeem beschadigd raken.
Na het slepen
1. Kantel het bestuurdersplatform omhoog. Zie 'Het platform omhoog kantelen'
op pagina 109.
2. Haal de bouten van de bypass-klep aan tot 70 N·m (52 ft-lb).
Opmerking: Draai de bouten van de bypass-klep niet te strak vast.
3. Kantel het bestuurdersplatform weer terug naar de besturingsstand en zet het
vast. Zie 'Het platform omlaag kantelen' op pagina 110.
4. Zet de lader vast om te voorkomen dat deze wegrolt of dat onbevoegden
ermee wegrijden.
50940018/EP0313
Afbeelding 61 – Sleep-/sjor-
punten achter (AL 100-serie)
Afbeelding 62 – Sleepkoppe-
ling (AL 200-, AL 300-, AL 400-
Laat niemand in de buurt van de
sleepstang of -kabel komen terwijl de
en AL 500-serie)
97