Inhoudsopgave
Advertenties
6. Bij AL 400-serie machines:
a. Verwijder de snelontgrendelingspennen (F, Afbeelding 31), en verwijder
de kantelvergrendelpen (G) van de voorkant van de machine.
G
F
Afbeelding 31 – Kantelvergrendelingsmechanisme (AL 400-serie)
b. Kantel het aanbouwwerktuig en/of de koppeling zo ver als nodig is om de
gaten (H) in de kantelbeugel op één lijn te brengen met de gaten (I) in
beide zijden van de hefarm.
c. Steek de kantelvergrendelpen (G) via de gaten (H) en (I) door de hefarm
en de kantelbeugel tot hij aan beide zijden uitsteekt. Zet de kantelvergren-
delpen (G) aan beide uiteinden vast met veerpennen (F)
d. Laat de hefarmen zo laag mogelijk zakken, maar houd ze hoog genoeg om
de vereiste afstand tot de grond vrij te houden.
Hefarmomlaagbegrenzer
De hefarmomlaagbegrenzer is ontworpen om de neerwaartse beweging van de
hefarm te beperken. Deze functie is handig bij het veranderen van bandmaten of
wanneer de machine lange afstanden moet afleggen.
1. Leeg de schepbak (indien van toepassing).
2. Plaats de hefarm boven het omlaagbegrenzergat (A, Afbeelding 29) waar u de
beweging wilt beperken. Zorg er bovendien voor dat deze hoog genoeg is
zodat de vergrendelstang van de omlaagbegrenzer (B) kan worden
verwijderd.
3. Voer nu 'Verplichte veiligheidsuit-
schakelprocedure' op pagina 10 uit.
4. Verwijder de vergrendelpen (A), en
trek de vergrendelstang (B) uit de
machine.
5. Schuif de vergrendelstang (B) hele-
maal door de gewenste omlaagbegren-
zergaten (C).
6. Plaats de vergrendelpen (A) terug in
de vergrendelstang.
76
F
Afbeelding 32 – Hefarmomlaag-
G
F
H
I
C
C
A
begrenzer
50940018/EP0313
B
Advertenties
Inhoudsopgave
