b. Voer nu 'Verplichte veiligheidsuit-
schakelprocedure' op pagina 10
uit.
c. Verwijder
Afbeelding 30) uit het uiteinde van
de vergrendeling van de hefarm
(B). Verwijder de vergrendeling
van de hefarm (B) uit de opberg-
steun.
d. Schuif de vergrendeling (B) hele-
maal
door
Afbeelding 30) in de hefarm en de
gaten (D) in de scharnierarm.
e. Plaats de veerpen (A) weer in het
uiteinde van de vergrendeling (B).
Belangrijk: De vergrendeling (B)
moet helemaal door de gaten (C)
in de hefarm en de gaten (D) in de
scharnierarm gestoken worden en
de veerpennen (A) moeten in de
vergrendeling
worden aan de buitenzijde van de
hefarm.
4. Machines uit AL 200- en AL 300-serie:
a. Breng indien nodig de hefarm omhoog om de vergrendelstang van de
omlaagbegrenzer (A, Afbeelding 29) te verwijderen.
b. Verwijder de veerpennen (A) uit beide uiteinden van de vergrendelstang
van de omlaagbegrenzer (B). Verwijder de vergrendeling van de hefarm
(B) uit de machine.
c. Laat de hefarm helemaal zakken. Kantel de koppeling van het aanbouw-
werktuig helemaal terug.
Opmerking: De gaten (C) in het frame, in de hefarm en de gaten (D) in
de scharnierarm moeten in lijn liggen, zodat de vergrendelstang van de
omlaagbegrenzer (A) door alle gaten heen gestoken kan worden.
74
de
veerpen
de
gaten
(B)
geplaatst
(A,
B
A
(C,
Afbeelding 27 – Kantelvergren-
deling hefarm 100-serie
Afbeelding 28 – Opbergen ver-
grendeling hefarm AL 100-serie
D
C
A
B
50940018/EP0313